Behandeling beroep IGZ tegen maatschap cardiologen

Op 5 november behandelt het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg de zaak van drie cardiologen, die voorheen in maatschapverband hebben gewerkt. Het beroep is aangespannen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ eist dat de inschrijving van de cardiologen in het BIG-register wordt doorgehaald. De cardiologen hebben vervolgens incidenteel beroep ingesteld tegen de hen door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde berisping.

Individuele tuchtrechterlijke verantwoordelijkheid

De zaak begon met een klacht van de IGZ tegen drie cardiologen van de maatschap cardiologie. De IGZ verwijt de maatschap dat zij zowel in de wijze waarop de maatschap was georganiseerd en functioneerde als in de wijze waarop door de maatschap aan patiënten cardiologische zorg werd verleend, in de periode 2010 - 2012 ernstig tekort is geschoten in de zorg. De IGZ stelt dat de door de maatschap verleende cardiologische zorg niet tot één cardioloog is te herleiden en er onder deze omstandigheden sprake is van individuele tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van ieder van de drie aangeklaagde cardiologen voor dit collectieve falen van de maatschap. 

Onderbouwing

Volgens de IGZ ligt het handelen van de maatschap in deze tuchtprocedure ter beoordeling voor en niet het individuele handelen van een individuele cardioloog in bepaalde dossiers. De IGZ heeft ter onderbouwing van haar klachten in de tuchtprocedure twaalf dossiers ingediend. Er was volgens de IGZ sprake van:

  1. Onvoldoende verantwoordelijkheidstoebedeling
  2. Onvoldoende continuïteit van zorg
  3. Onvoldoende communicatie en dossiervorming
  4. Onvoldoende professionaliteit van het diagnostisch en therapeutisch handelen en
  5. Een tekortschietend kwaliteitsbeleid rondom het levenseinde van cardiologische patiënten.

Regionaal Tuchtcollege

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag oordeelt dat het verwijt van onvoldoende professionaliteit van de diagnoses en behandelingen van individuele patiënten in deze zaak niet kan worden beoordeeld.

Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt voorts dat er (in ieder geval op onderdelen) sprake was van tekortkomingen in de organisatie van geleverde zorg en samenwerking binnen de maatschap. Onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, onzorgvuldige dossiervorming en onvoldoende en te late communicatie, hetwelk schending van de tweede tuchtnorm oplevert. De cardiologen zijn vanwege de gegronde verwijten berispt.

Uitspraak

Het Centraal Tuchtcollege zal moeten oordelen of inderdaad sprake is geweest van tuchtrechterlijke verwijten en of de opgelegde maatregel daarbij passend is.

In de regel vindt de uitspraak 8 weken na de zitting plaats op een openbare terechtzitting.