HUISARTS UIT BEROEP GEZET VANWEGE HERHAALD GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

‘s-Hertogenbosch – De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (inspectie) heeft een klacht ingediend tegen een huisarts naar aanleiding van vier meldingen over grensoverschrijdend gedrag tijdens behandelrelatie. Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en oordeelt dat de zorgverlener zijn beroep met onmiddellijke ingang niet meer mag uitoefenen. Ook bepaalt het college dat de huisarts niet meer mag werken in de zorg voor kwetsbare patiënten.

Reden klachten

In oktober 2023 diende de inspectie een klacht in tegen de huisarts na zeven meldingen over grensoverschrijdend gedrag door de huisarts bij verschillenden patiënten. De klacht is gebaseerd op meldingen van vier patiënten. De waarnemend voorzitter van het college heeft in maart 2023 op grond van artikel 68a Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) een melding gedaan bij de inspectie. Deze melding hield een vermoeden in van de waarnemend voorzitter dat de huisarts mogelijk ongeschikt was om zijn beroep uit te oefenen. Dit vermoeden was gebaseerd op twee klachten die het college had ontvangen. De zaken die aanleiding gaven tot de melding zijn inmiddels afgedaan. In één van de zaken werd de klaagster niet-ontvankelijk verklaard en in de andere zaak was de klacht ongegrond verklaard. Na ontvangst van deze melding van de voorzitter van het college ontving de inspectie nog twee meldingen die gingen over seksueel misbruik en grensoverschrijdend handelen door de zorgverlener bij twee andere patiëntes tijdens en na behandelcontacten. De inspectie besloot de huisarts een last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten (LOOB) op te leggen.

Standpunt zorgverlener

De zorgverlener heeft tot zijn verweer aangevoerd dat er geen sprake is geweest van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Hij stelt dat de betrokken patiënten een onjuiste of valse verklaring hebben afgelegd. Ten aanzien van de vierde patiënte erkent hij dat hij haar heeft aangeraakt maar ontkent hij de verweten gedraging.

Oordeel tuchtcollege

Meldingen van drie patiëntes

Over de meldingen van drie patiëntes oordeelt het college dat dezelfde meldingen onderwerp zijn geweest van een strafzaak tegen de huisarts waarin inmiddels vonnis is gewezen. De rechtbank heeft in haar vonnis onder meer geoordeeld dat de getuigenverklaringen betrouwbaar waren en een basis waren voor de beslissing. Het vonnis van de rechtbank was ten tijde van de behandeling bij het college nog niet onherroepelijk. Het college heeft geoordeeld dat hetgeen door de rechtbank was

vastgesteld niet deugdelijk door de verweerder is betwist. Het oordeel van de rechtbank heeft het college betrokken in haar eigen oordeel over de vraag of sprake was van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Het college oordeelt dat is komen vast te staan dat de huisarts seksuele handelingen heeft verricht bij drie patiëntes.

Melding van de vierde patiënte

De huisarts erkent dat hij bij het afscheid nemen bij het beëindigen van een consult de wangen van de patiënte heeft vastgegrepen. Het college kan niet vaststellen dat de melding van deze patiënte over de aanraking van de bovenkant van de borsten van de patiënte juist is. Hetzelfde geldt voor het verwijt zich met zijn lichaam te hebben aangedrukt tegen de achterkant van het lichaam van de patiënte. Het college beoordeelt het vastpakken van de wangen van de patiënte niet als seksueel grensoverschrijdend maar wel als grensoverschrijdend.

Opgelegde maatregel

De zorgverlener heeft de voor hem geldende beroepsnormen bij vier patiëntes overtreden. De huisarts is al eerder onherroepelijk veroordeeld door de tuchtrechter vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het college oordeelt dat sprake is van een patroon. Ook heeft het college ernstige twijfels over het lerend vermogen van de huisarts. De maatregelen die de huisarts zichzelf na de eerdere tuchtrechtelijke veroordeling had opgelegd heeft hij niet of niet consequent opgevolgd. Uit het feit dat de huisarts na deze maatregelen opnieuw in de fout is gegaan blijkt dat onvoldoende sprake is van reflecterend en lerend vermogen.

Het college legt aan de huisarts de maatregel doorhaling in het BIG-register op en bepaalt dat de huisarts wordt geschorst totdat onherroepelijk op de klacht is beslist.

Tot slot bepaalt het college dat hij geen werkzaamheden mag verrichten in de zorg die zien op de verzorging van kwetsbare patiënten, omdat het college oordeelt dat gedragingen van de huisarts een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid van personen.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en tijdelijk op www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl