Agenda CTG
De zittingen van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg worden zo'n drie weken van tevoren gepubliceerd in deze agenda.
De openbare zittingen van het CTG zijn in het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60, Den Haag. Wilt u als bezoeker een zitting bijwonen? Standaard is voor bezoekers een aantal plekken beschikbaar. Komt u met een groep? Meld de groep dan van tevoren aan.
Zitting op woensdag 22 oktober 2025
Zaaknummer
C2025/2722
Partijen
Klager/bedrijfsarts
Gemachtigde van klager
De heer J.H. Weermeijer
Gemachtigde van bedrijfsarts
De heer mr. dr. L.A.P. Arends
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich bij zijn werkgever ziekgemeld na een auto-ongeval. De bedrijfsarts heeft de verzuimbegeleiding van klager op zich genomen. Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij de re-integratie van klager niet (goed) heeft begeleid, geen eigen onderzoek heeft gedaan, medische gegevens van klager met zijn werkgever heeft besproken terwijl zij daarvoor geen toestemming had gekregen, niets heeft gedaan met de bevindingen van de psycholoog van klager en de dreiging van de werkgever met een loonstop en onterecht een arbeidsconflict als oorzaak van de arbeidsongeschiktheid heeft aangemerkt.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2743
Partijen
Klager/bedrijfsarts
Gemachtigde van bedrijfsarts
Mevrouw mr. drs. A. Dekker
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is na zijn ziekmelding bij zijn werkgever begeleid door de bedrijfsarts. Klager is niet tevreden over de begeleiding. Klager verwijt de bedrijfsarts onder andere dat hij geen gehoor heeft gehad voor zijn psychische klachten, een verkeerde diagnose heeft gesteld en onjuistheden in de rapportage heeft vermeld.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht ongegrond en bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde en Medisch Contact.
Zaaknummer
C2025/2712
Partijen
arts/klager
Gemachtigde van arts
Mevrouw mr. F.W. Jansen
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
De arts werkt onder supervisie van een bedrijfsarts bij een arbodienst. Klager lijdt aan chronische draaiduizeligheid en werkt met een WIA-uitkering 25 uur per week. Klager is uitgevallen voor werk. Op enig moment heeft hij het werk weer gedeeltelijk hervat, zich later volledig ziek gemeld en daarna de re-integratie voor 3 keer 5 uur weer opgepakt. Klager kwam bij de arts op het verzuimspreekuur. De arts heeft toen met klager besproken dat er een inspanningsverplichting is om de komende weken te bezien om verder op te gaan bouwen naar 4 keer 5 uur en verder. Klager verwijt de arts dat hij: a) klager heeft gezegd naar het UWV te moeten voor een oordeel, terwijl hij dat oordeel juist als bedrijfsarts moet geven; b) de medische klachten van klager niet of onvoldoende heeft uitgevraagd en zijn uitspraken niet op gedegen onderzoek baseert.
RTG Amsterdam: verklaart klachtonderdeel b gegrond en de klacht voor het overige ongegrond. Het RTG legt de arts de maatregel op van berisping en bepaalt dat deze maatregel, zodra de beslissing onherroepelijk is geworden, op grond van artikel 48 lid 11 Wet BIG zal worden aangetekend in het BIG-register en aldus openbaar zal worden gemaakt en zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie, Medisch Contact en het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde.
Zitting op maandag 27 oktober 2025
Zaaknummer
C2024/2556
Partijen
Klaagster (dezelfde als in zaken C2024/2558, C2024/2557 en C2024/2559) /arts verstandelijk gehandicapten
Gemachtigde van
Mevrouw mr. M.F. van der Mersch
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een arts verstandelijk gehandicapten (arts VG). Bij de dochter van klaagster werd na een psychose en verschillende opnames in verschillende GGZ instellingen een ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis en autismespectrumstoornis vastgesteld. Zij werd in mei 2020 opgenomen in een instelling voor mensen met een lichtelijk verstandelijke beperking. De dochter is in september 2021 door suïcide overleden. Klaagster heeft klachten ingediend tegen verschillende zorgverleners waaronder de arts VG. Klaagster verwijt de arts VG dat zij geen goede en adequate zorg heeft geleverd, onzorgvuldig heeft gehandeld inzake de medicatie en de ernst van de klachten en bijwerkingen van de medicatie niet serieus heeft genomen.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2558
Partijen
Klaagster (dezelfde als in zaak C2024/2556, C2024/2557 en C2024/2559) /psychiater
Gemachtigde van psychiater
Mevrouw mr. M.F. van der Mersch
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een psychiater. Bij de dochter van klaagster werd na een psychose en verschillende opnames in verschillende GGZ-instellingen een ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis en autisme spectrum stoornis vastgesteld. Zij werd in mei 2020 opgenomen in een instelling voor mensen met een lichtelijk verstandelijke beperking. De dochter is in september 2021 door suïcide overleden. Klaagster heeft klachten ingediend tegen verschillende zorgverleners waaronder de psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat zij geen goede en adequate zorg heeft geleverd wat betreft de diagnose, de medicatie en de klachten van haar dochter.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2762
Partijen
Klager (dezelfde als in zaak C2024/2763) /gz-psycholoog
Gemachtigde van gz-psycholoog
Mevrouw mr. K.M. Bonke-Iwanczyk
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen gz-psycholoog. De gz-psycholoog was regiebehandelaar bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte met haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook de gz-psycholoog hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat de gz-psycholoog geen dringende reden had voor de opzegging. Hij vindt dat de regiebehandelaar geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat de gz-psycholoog zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld.
RTG Zwolle: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2763
Partijen
Klager (dezelfde als in zaak C2024/2763) /psychotherapeut
Gemachtigde van psychotherapeut
Mevrouw mr. K.M. Bonke-Iwanczyk
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen psychotherapeut. De psychotherapeut was regiebehandelaar bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte met haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook de psychotherapeut hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat de psychotherapeut geen dringende reden had voor de opzegging. Hij vindt dat de regiebehandelaar geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat de psychotherapeut zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld.
RTG Zwolle: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2559
Partijen
Klaagster (dezelfde als in zaken C2024/2556, C2024/2557 en C2024/2558) /gz-psycholoog
Gemachtigde van gz-psycholoog
Mevrouw mr. M.F. van der Mersch
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een gz-psycholoog. Bij de dochter van klaagster werd na een psychose en verschillende opnames in verschillende GGZ-instellingen een ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis en autisme spectrum stoornis vastgesteld. Zij werd in mei 2020 opgenomen in een instelling voor mensen met een lichtelijk verstandelijke beperking. De dochter is in september 2021 door suïcide overleden. Klaagster heeft klachten ingediend tegen verschillende zorgverleners waaronder de gz-psycholoog. Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij geen adequate zorg en begeleiding geboden heeft en na het weglopen van haar dochter op de dag van haar overlijden niet direct alarm heeft geslagen en de politie heeft ingeschakeld.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2557
Partijen
Klaagster (dezelfde als in zaken C2024/2556, C2024/2558, C2024/2559) /orthopedagoog-generalist
Gemachtigde van orthopedagoog-generalist
Mevrouw mr. M.F. van der Mersch
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een orthopedagoog-generalist. Bij de dochter van klaagster werd na een psychose en verschillende opnames in verschillende GGZ-instellingen een ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis en autisme spectrum stoornis vastgesteld. Zij werd in mei 2020 opgenomen in een instelling voor mensen met een lichtelijk verstandelijke beperking. De dochter is in september 2021 door suïcide overleden. Klaagster heeft klachten ingediend tegen verschillende zorgverleners waaronder de orthopedagoog-generalist. Klaagster verwijt de orthopedagoog-generalist zij geen goede en adequate zorg heeft geleverd, onzorgvuldig heeft gehandeld en dat zij onvolledig was in haar communicatie.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht ongegrond.
Zitting op maandag 3 november 2025
Zaaknummer
C2024/2677
Partijen
Klaagster/neurochirurg
Gemachtigde van neurochirurg
Mevrouw mr. A.M. den Hartog- de Visser
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen neurochirurg. Klaagster had een zwelling in de hals waarvoor de huisarts haar heeft doorverwezen naar een ziekenhuis. Klaagster is daar neurologisch onderzocht en er is een MRI gemaakt. In verband met een verdenking van een cervicaal schwannoom (zeldzame zenuwtumor in de hals) is klaagster op haar verzoek voor een second opinion naar een ander ziekenhuis verwezen. Daar is de situatie van patiënte in een werkgroep besproken en is geadviseerd: “Vervolgen. Bij groei of klachten resectie”. De neurochirurg was als lid van deze werkgroep bij dit overleg betrokken. Klaagster is vervolgens voor verdere behandeling terugverwezen naar het eerste ziekenhuis. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij haar – tegen haar uitdrukkelijke wens in – heeft terugverwezen naar het eerste ziekenhuis en dat het tweede ziekenhuis haar niet als patiënt heeft overgenomen.
RTG Amsterdam: de klacht is kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2678
Partijen
Dezelfde klaagster/neurochirurg
Gemachtigde van neurochirurg
Mevrouw mr. A.M. den Hartog- de Visser
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen neurochirurg. Klaagster had een zwelling in de hals waarvoor de huisarts haar heeft doorverwezen naar een ziekenhuis. Klaagster is daar neurologisch onderzocht en er is een MRI gemaakt. In verband met een verdenking van een cervicaal schwannoom (zeldzame zenuwtumor in de hals) is klaagster op haar verzoek voor een second opinion naar een ander ziekenhuis verwezen. Daar is de situatie van patiënte in een werkgroep besproken en is geadviseerd: “Vervolgen. Bij groei of klachten resectie”. De neurochirurg was als lid van deze werkgroep bij dit overleg betrokken. Klaagster is vervolgens voor verdere behandeling terugverwezen naar het eerste ziekenhuis. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij haar – tegen haar uitdrukkelijke wens in – heeft terugverwezen naar het eerste ziekenhuis en dat het tweede ziekenhuis haar niet als patiënt heeft overgenomen.
RTG Amsterdam: de klacht is kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2679
Partijen
Dezelfde klaagster/neurochirurg
Gemachtigde van neuroloog
Mevrouw mr. A.M. den Hartog- de Visser
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen neurochirurg. Klaagster had een zwelling in de hals waarvoor de huisarts haar heeft doorverwezen naar een ziekenhuis. Klaagster is daar neurologisch onderzocht en er is een MRI gemaakt. In verband met een verdenking van een cervicaal schwannoom (zeldzame zenuwtumor in de hals) is klaagster op haar verzoek voor een second opinion naar een ander ziekenhuis verwezen. Daar is de situatie van patiënte in een werkgroep besproken en is geadviseerd: “Vervolgen. Bij groei of klachten resectie”. De neurochirurg was als lid van deze werkgroep bij dit overleg betrokken. Klaagster is vervolgens voor verdere behandeling terugverwezen naar het eerste ziekenhuis. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij haar – tegen haar uitdrukkelijke wens in – heeft terugverwezen naar het eerste ziekenhuis en dat het tweede ziekenhuis haar niet als patiënt heeft overgenomen.
RTG Amsterdam: de klacht is kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2680
Partijen
Dezelfde klaagster/neuroloog
Gemachtigde van neuroloog
Mevrouw mr. A.M. den Hartog- de Visser
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een neuroloog. Klaagster had een zwelling in de hals waarvoor de huisarts haar heeft doorverwezen naar een ziekenhuis. Klaagster is daar neurologisch onderzocht en er is een MRI gemaakt. In verband met een verdenking van een cervicaal schwannoom (zeldzame zenuwtumor in de hals) is klaagster op haar verzoek voor een second opinion naar een ander ziekenhuis verwezen. Daar is de situatie van patiënte in een werkgroep besproken en is geadviseerd: “Vervolgen. Bij groei of klachten resectie”. De neuroloog was als lid van deze werkgroep bij dit overleg betrokken. De neuroloog heeft de bevindingen van de werkgroep telefonisch met klaagster besproken en de verwijzend neuroloog van het eerste ziekenhuis schriftelijk op de hoogte gebracht. Klaagster is vervolgens voor verdere behandeling terugverwezen naar het eerste ziekenhuis. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij a) haar – tegen haar uitdrukkelijke wens in – heeft terugverwezen naar het eerste ziekenhuis en dat het tweede ziekenhuis haar niet als patiënt heeft overgenomen en b) dat zij bij de terugverwijzing geen advies heeft gegeven over het risicoprofiel of hoe deze tumor klinisch-radiologisch te vervolgen.
RTG Amsterdam: de klacht is kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2773
Partijen
Klager/chirurg
Gemachtigde van chirurg
Mevrouw mr. H.J.C. Smink
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een chirurg. Klager is sinds 2002 in behandeling vanwege een darmziekte. Oorspronkelijk is de diagnose colitis ulcerosa gesteld. Later is men ook gaan denken aan de ziekte van Crohn, die niet alleen de dikke darm, maar het gehele spijsverteringskanaal kan aantasten. Sinds het najaar van 2017 werd klager behandeld door een multidisciplinair team (MDO) in het ziekenhuis waas de chirurg werkzaam is. De chirurg maakte deel uit van het MDO en heeft klager eind 2018 geopereerd. Klager verwijt de chirurg (a) een mogelijke fout tijdens de operatie en (b) onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek na maart 2019.
RTG Amsterdam: de klacht is kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2774
Partijen
Dezelfde Klager/chirurg
Gemachtigde van chirurg
Mevrouw mr. H.J.C. Smink
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een chirurg. Klager is sinds 2002 in behandeling vanwege een darmziekte. Oorspronkelijk is de diagnose colitis ulcerosa gesteld. Later is men ook gaan denken aan de ziekte van Crohn, die niet alleen de dikke darm, maar het gehele spijsverteringskanaal kan aantasten. Sinds het najaar van 2017 werd klager behandeld door een multidisciplinair team (MDO) in het ziekenhuis waas de chirurg werkzaam is. De chirurg maakt deel uit van het MDO en was hoofdbehandelaar van klager. Klager verwijt de chirurg onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek na maart 2019.
RTG Amsterdam: de klacht is kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2775
Partijen
Dezelfde klager/MDL-arts
Gemachtigde van MDL-arts
Mevrouw mr. H.J.C. Smink
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een MDL-arts. Klager is sinds 2002 in behandeling vanwege een darmziekte. Oorspronkelijk is de diagnose colitis ulcerosa gesteld. Later is men ook gaan denken aan de ziekte van Crohn, die niet alleen de dikke darm, maar het gehele spijsverteringskanaal kan aantasten. Sinds het najaar van 2017 werd klager behandeld door een multidisciplinair team (MDO) in het ziekenhuis waas de mdl-arts werkzaam is. De mdl-arts maakt deel uit van het MDO en heeft klager in 2019 enkele malen gezien. Klager verwijt de mdl-arts nalatigheid en onzorgvuldig handelen. In het bijzonder verwijt hij haar enerzijds dat haar brief aan de huisarts feitelijke onjuistheden bevat en anderzijds dat zij zich na april 2019 afzijdig heeft gehouden en ten onrechte niet actief heeft uitgezocht waarom geen resultaten uit de onderzoeken kwamen.
RTG Amsterdam: de klacht is kennelijk ongegrond.
Zitting op maandag 10 november 2025
Zaaknummer
C2025/2785
Partijen
Klager/huisarts
Gemachtigde van klager
De heer R. Kaya
Gemachtigde van huisarts
Mevrouw mr. S.C. Wesselingh
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen huisarts. De klacht van klager gaat over de behandeling van zijn moeder door de huisarts. Klager dient de klacht in namens zijn moeder die aan vasculaire dementie lijdt en niet in staat is zelf een klacht in te dienen. De moeder van klager had op het moment van indiening van de klacht een mentor. Klager heeft naar het oordeel van de voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege geen toestemmingsverklaring overgelegd waaruit blijkt dat de mentor expliciet toestemming geeft voor het indienen van de onderhavige klacht.
RTG ’s‑Hertogenbosch: verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
Zaaknummer
C2025/2816
Partijen
Klaagster/huisarts
Gemachtigde van huisarts
Mevrouw mr. H.B.M. Vrieling
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster (hierna: de patiënt) is op zestigjarige leeftijd overleden aan uitgezaaide prostaatkanker. De huisarts wordt met name verweten dat zij deze diagnose heeft gemist en de patiënt niet tijdig heeft verwezen naar een specialist.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2864
Partijen
Klager/huisarts
Gemachtigde van huisarts
De heer mr. E.J.C. de Jong
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. De zoon van klager (patiënt) is in de zomer van 2024 door de huisarts gezien in verband met enorme hoofdpijn (vergelijkbaar met de hoofdpijn die hij jaren eerder had toen hij meningitis had), koorts ondanks het innemen van koortsverlagende medicatie en herhaaldelijk overgeven. De huisarts deed lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek. Voor de volgende dag was een vervolgconsult gepland en urineonderzoek. Verder adviseerde de huisarts patiënt thuis een coronatest te doen en weer contact op te nemen bij verandering of verergering van de klachten. Patiënt is 20 uur na dit consult overleden. Klager verwijt de huisarts dat zij (1) op onzorgvuldige wijze de anamnese heeft afgenomen en hem niet onmiddellijk heeft ingestuurd naar het ziekenhuis, (2) tot en met 17 oktober 2024 de titel van spoedeisende geneeskunde onbevoegd heeft gevoerd op haar LinkedIn-account en (3) heeft verzuimd nabestaanden/klager direct te informeren over de aard en toedracht van het incident.
RTG Zwolle: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2782
Partijen
Klager/tandarts
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts dat hij:
a) geen passende prothese in de bovenkaak van klager heeft gemaakt;
b) geen juiste oplossing heeft gevonden voor een loszittende noodkroon;
c) meermaals het behandelplan en offertes heeft gewijzigd;
d) klager niet de mogelijkheid heeft geboden een afspraak in te plannen voor het plaatsen van een implantaat tijdens zijn korte verblijf in Nederland.
Verder is een deel van de klacht gericht tegen de handelwijze van de Geschilleninstantie Mondzorg waar klager eerder een vergelijkbare klacht over verweerder had ingediend.
RTG Amsterdam: klager is niet-ontvankelijk voor zover de klacht betrekking heeft op het handelen van de Geschilleninstantie Mondzorg. Voor wat betreft de klachtonderdelen die gaan over het handelen van de tandarts is deze in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2830
Partijen
Klager/tandarts
Gemachtigde van tandarts
Mevrouw mr. F.E.A.M. Tesser en mevrouw mr. K.J de Wolf
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een tandarts. Klager is ontevreden over de behandeling door de tandarts. Klager verwijt de tandarts dat klager twee niet goed passende protheses heeft, dat hij behandeling met implantaten probeerde af te dwingen en dat hij zich halverwege maart 2023 verbaal en fysiek intimiderend heeft gedragen ten opzichte van klager.
RTG Zwolle: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2831
Partijen
Dezelfde klager/tandarts
Gemachtigde van tandarts
Mevrouw mr. F.E.A.M. Tesser en mevrouw mr. K.J de Wolf
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een tandarts. Klager is ontevreden over de behandeling door de tandarts. Klager verwijt de tandarts dat klager twee niet goed passende protheses heeft, dat hij behandeling met implantaten probeerde af te dwingen en dat hij zich halverwege maart 2023 verbaal en fysiek intimiderend heeft gedragen ten opzichte van klager.
RTG Zwolle: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zitting op woensdag 19 november 2025
Zaaknummer
C2024/2673
Partijen
Klagers/huisarts
Gemachtigde van klagers
Mevrouw mr. M. Delnoy-Garske
Gemachtigde van huisarts
Mevrouw mr. L. Greebe
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. De zaak gaat over de behandeling door de huisarts van de jongste dochter van klagers, destijds zes jaar oud. Klagers verbleven vanaf juni 2012 met hun twee minderjarige dochters in een AZC. In oktober en november zijn de ouders en hun jongste dochter verschillende keren bij de praktijkverpleegkundige van het AZC geweest en eenmaal bij de huisartsenpost. Halverwege november 2012 heeft de praktijkverpleegkundige over het ingezette beleid contact gehad met de huisarts. De dag na het bezoek aan de huisartsenpost is het gezin overgeplaatst naar een detentiecentrum in verband met uitzetting. Nadat het gezin is uitgezet naar Polen bleek zeer kort na aankomst de jongste dochter aan lymfoblastaire leukemie te lijden, waaraan zij in 2014 is overleden. Klagers verwijten de huisarts - kort weergegeven – dat hij tekort is geschoten in de zorg aan de jongste dochter door onvoldoende onderzoek te hebben verricht, ten onrechte niet doorverwezen te hebben en niet de juiste diagnose gesteld te hebben.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2674
Partijen
Dezelfde klagers/arts
Gemachtigde van klagers
Mevrouw mr. M. Delnoy-Garske
Gemachtigde van arts
Mevrouw mr. K. Zeylmaker
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een arts. Klagers verbleven vanaf juni 2012 met hun twee minderjarige dochters in een AZC. In oktober en november zijn de ouders en hun jongste dochter verschillende keren bij de praktijkverpleegkundige van het AZC geweest en eenmaal bij de huisartsenpost. De dag na het bezoek aan de huisartsenpost is het gezin overgeplaatst naar een detentiecentrum in verband met uitzetting. Eind november 2013 is de jongste dochter daar gezien door de arts. Nadat het gezin is uitgezet naar Polen bleek zeer kort na aankomst de jongste dochter aan lymfoblastaire leukemie te lijden, waaraan zij in 2014 is overleden. Klagers verwijten de arts - kort weergegeven – dat hij tekort is geschoten in de zorg aan de jongste dochter door onvoldoende onderzoek te hebben verricht, ten onrechte niet doorverwezen te hebben en niet de juiste diagnose gesteld te hebben.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2814
Partijen
Klaagster/huisarts
Gemachtigde van klaagster
De heer mr. I.P.C. Sindram
Gemachtigde van huisarts
De heer mr. M.J.J. de Ridder
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster is overleden aan de gevolgen van een aortadissectie. Klaagster verwijt de huisarts, samengevat, dat hij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de klachten van patiënt en heeft vastgehouden aan een diagnose zonder medische onderbouwing. Ook verwijt klaagster de huisarts dat hij na het overlijden van haar echtgenoot bij de IGJ geen calamiteitenmelding heeft gedaan.
RTG Zwolle: verklaart de klacht ongegrond en bepaalt dat de beslissing nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.
Zaaknummer
C2025/2815
Partijen
Dezelfde klaagster/huisarts
Gemachtigde van klaagster
De heer mr. I.P.C. Sindram
Gemachtigde van huisarts
De heer mr. M.J.J. de Ridder
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster is overleden aan de gevolgen van een aortadissectie. Klaagster verwijt de huisarts, samengevat, dat hij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de klachten van patiënt en heeft vastgehouden aan een diagnose zonder medische onderbouwing. Ook verwijt klaagster de huisarts dat hij na het overlijden van haar echtgenoot bij de IGJ geen calamiteitenmelding heeft gedaan.
RTG Zwolle: verklaart de klacht ongegrond en bepaalt dat de beslissing nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.
Zaaknummer
C2025/2793
Partijen
Huisarts/(dezelfde) klaagster als in de zaken C2025/2814 en 2815
Gemachtigde van klaagster
De heer mr. I.P.C. Sindram
Gemachtigde van huisarts
De heer mr. M.J.J. de Ridder
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster is overleden aan de gevolgen van een aortadissectie. Klaagster verwijt de huisarts, samengevat, dat zij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de klachten van patiënt en heeft vastgehouden aan een diagnose zonder medische onderbouwing.
RTG Zwolle: verklaart de klacht in zijn geheel gegrond, legt aan de huisarts de maatregel op van een waarschuwing, en bepaalt dat de beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekend gemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.
Zitting op woensdag 26 november 2025
Zaaknummer
C2024/2583
Partijen
Klager/dermatoloog
Gemachtigde van dermatoloog
Mevrouw mr. A.M. den Hertog-de Visser
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een dermatoloog. De dermatoloog heeft door middel van Mohs-chirurgie bij klager een basaalcelcarcinoom verwijderd. Klager heeft klachten over de informatie die hem is verstrekt over deze vorm van chirurgie, de wijze waarop deze is uitgevoerd en de nazorg.
RTG Amsterdam:
verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2821
Partijen
Klager/plastisch chirurg
Gemachtigde van klager
De heer N. Streefkerk
Gemachtigde van plastisch chirurg
Mevrouw mr. drs. E.E. Rippen
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een borstvergroting uitgevoerd. Zes jaar later kwam klaagster opnieuw bij de plastisch chirurg in verband met pijnklachten in haar rechterborst. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en dat hij een onjuist advies heeft gegeven.
RTG Amsterdam: de klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2659
Partijen
Oogarts/klager eerste aanleg
Gemachtigde van eerste aanleg klager
De heer mr. F.H.J. van Gaal
Gemachtigde van oogarts
Mevrouw mr. A.C. de Die
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een oogarts die in 2019 bij klaagster een bovenooglidcorrectie heeft uitgevoerd. Omdat klaagster niet tevreden was met het resultaat, plaatste zij reviews over haar negatieve ervaring op internet. De oogarts heeft haar in kort geding gedagvaard vanwege haar openbare uitlatingen. In deze kortgedingprocedure heeft de oogarts een medisch advies van een externe deskundige overgelegd. Klaagster verwijt de oogarts dat hij a) zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming van klaagster medische informatie aan derden te verstrekken en b) dat hij hiermee heeft gehandeld in strijd met de KNMG-richtlijn en de AVG. Daarnaast verwijt klaagster de oogarts dat hij heeft geweigerd een verklaring en foto’s van klaagster in het medisch dossier op te nemen (klachtonderdeel c) en dat hij kosten in rekening wilde brengen voor het toesturen van het medisch dossier (klachtonderdeel d).
RTG ’s‑Hertogenbosch: verklaart de klachtonderdelen a) en b) gegrond, legt de oogarts een berisping op, verklaart de klacht voor het overige ongegrond en bepaalt dat deze beslissing nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie aan twee tijdschriften zal worden aangeboden.
Zaaknummer
C2025/2751
Partijen
Klager/chirurg
Gemachtigde van klager
Mevrouw mr. M.A. Smits
Gemachtigde van chirurg
De heer mr. H. Loonstein
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een chirurg. Klager onderging een besnijdenis om cosmetische redenen. De chirurg heeft de besnijdenis uitgevoerd. Klager verwijt de chirurg:
1) het ontbreken van informed consent;
2) het opzettelijk verwijderen van te veel huid tijdens de operatie;
3) het opzettelijk verkeerd zetten van de hechtingen;
4) het opzettelijk te lang vasthouden van het cauterisatie-apparaat waardoor een klein gat is ontstaan dat mogelijk niet cosmetisch gecorrigeerd kan worden;
5) grensoverschrijdend gedrag tijdens de behandeling;
6) het liegen over zijn eerdere prestaties.
RTG Den Bosch: verklaart klachtonderdeel 1 gegrond; legt verweerder de maatregel op van waarschuwing; verklaart de klacht voor het overige ongegrond; bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch contact.
Zaaknummer
C2025/2752
Partijen
Dezelfde chirurg/dezelfde klager als in zaak C2025/2751
Gemachtigde van klager
Mevrouw mr. M.A. Smits
Gemachtigde van chirurg
De heer mr. H. Loonstein
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een chirurg. Klager onderging een besnijdenis om cosmetische redenen. De chirurg heeft de besnijdenis uitgevoerd. Klager verwijt de chirurg:
1) het ontbreken van informed consent;
2) het opzettelijk verwijderen van te veel huid tijdens de operatie;
3) het opzettelijk verkeerd zetten van de hechtingen;
4) het opzettelijk te lang vasthouden van het cauterisatie-apparaat waardoor een klein gat is ontstaan dat mogelijk niet cosmetisch gecorrigeerd kan worden;
5) grensoverschrijdend gedrag tijdens de behandeling;
6) het liegen over zijn eerdere prestaties.
RTG Den Bosch: verklaart klachtonderdeel 1 gegrond; legt verweerder de maatregel op van waarschuwing; verklaart de klacht voor het overige ongegrond; bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch contact.