Agenda CTG
De zittingen van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg worden zo'n drie weken van tevoren gepubliceerd in deze agenda.
De openbare zittingen van het CTG zijn in het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60, Den Haag. Wilt u als bezoeker een zitting bijwonen? Standaard is voor bezoekers een aantal plekken beschikbaar. Komt u met een groep? Meld de groep dan van tevoren aan.
Zitting op maandag 25 augustus 2025
Zaaknummer
C2025/2731
Partijen
Klagers / chirurg
Gemachtigde van chirurg
Mr. C.J. van den Ham
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een chirurg. Klagers zijn broer en zus. De moeder van klagers, hierna: de patiënte, is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. De patiënte is opgenomen in het ziekenhuis waar de chirurg werkzaam was. Klagers verwijten de chirurg dat zij, ondanks hun duidelijke en herhaaldelijk uitgesproken wens, heeft afgezien van een operatie bij de patiënte na haar opname in het ziekenhuis en zich heeft beperkt tot pijnbestrijding.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht ongegrond en bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde en Medisch Contact.
Zaaknummer
C2024/2667
Partijen
Klager / chirurg
Gemachtigde van chirurg
Mr. S.J. Muntinga
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een chirurg. Bij patiënte, echtgenote van klager, was sprake van een postoperatieve complicatie die door CT-scans werd gemonitord. De chirurg, hoofdbehandelaar, heeft geen kennis genomen van de beelden van een bepaalde CT-scan en het verslag van de radioloog, omdat hij toen niet in het ziekenhuis was en de betreffende scan niet heeft aangevraagd. In het verslag van die scan beschrijft de radioloog een verdenking van een tumorrecidief. Deze conclusie heeft de chirurg niet vernomen en niet met patiënte gedeeld. Dit wordt de chirurg verweten door klager. Als deze verdenking in een volgend radiologisch verslag wordt verhaald, wordt de chirurg op vrijdagmiddag of zaterdagochtend (in zijn vrije tijd) telefonisch geïnformeerd. Hij besluit deze informatie pas met patiënte te delen in het reeds geplande familiegesprek op de daaropvolgende maandagmiddag. Patiënte heeft hierdoor – aldus klager – onnodig geleden, omdat bij tijdige informatie een ander behandelbeleid zou zijn ingezet. Ook dit verwijt klager hem.
Zaaknummer
C2025/2705
Partijen
Klaagster (dezelfde als in zaak C2024/2706) / chirurg
Gemachtigde van chirurg
Mr. D.M. Pot
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een chirurg. Klaagster is van juni 2020 tot en met mei 2021 in verband met borstkanker in behandeling geweest in het ziekenhuis waar de chirurg werkzaam is. de chirurg heeft klaagster eind januari 2021 geopereerd. Begin februari 2021 heeft een nabespreking plaatsgevonden. De chirurg heeft klaagster medegedeeld dat zij – in samenspraak met het multidisciplinaire behandelteam – radiotherapie en chemotherapie adviseerde, waarna klaagster is verwezen naar de radiotherapeut en de internist. Klaagster verwijt de chirurg dat zij haar chemotherapie heeft geadviseerd, terwijl dat niet bij klaagsters persoonlijkheid past. Klaagster meent dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de gevolgen van de chemotherapie. Over haar twijfels was geen gesprek mogelijk en haar vragen werden afgekapt. Klaagster verwijt de chirurg ook dat het medisch dossier fouten bevat.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2706
Partijen
Klaagster (dezelfde als in zaak C2024/2705) / internist
Gemachtigde van Internist
Mr. D.M. Pot
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een internist-oncoloog. Klaagster is van juni 2020 tot en met mei 2021 in verband met borstkanker in behandeling geweest in het ziekenhuis waar de internist werkzaam is. Nadat klaagster eind januari 2021 is geopereerd, heeft het multidisciplinaire behandelteam klaagster radiotherapie en chemotherapie geadviseerd. Voor de chemotherapie is klaagster verwezen naar de internist. Klaagster verwijt de internist dat hij haar chemotherapie heeft geadviseerd, terwijl dat niet bij klaagsters persoonlijkheid past. Klaagster meent dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de gevolgen van de chemotherapie. Over haar twijfels was geen gesprek mogelijk en haar vragen werden afgekapt.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2651
Partijen
Internist / klager
Gemachtigde van internist
Mr. J.I. Eijpe
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen internist. Klager is de zoon van een patiënt die na een cystectomie in het ziekenhuis is overleden. Volgens klager is het overlijden te wijten aan ontoereikend medisch handelen. De internist was als voorzitter van de calamiteitencommissie belast met het oriënterend onderzoek naar de gang van zaken omtrent en de oorzaak van het overlijden van de patiënt, om te bepalen of het een calamiteit betrof. In eerste instantie was de conclusie dat er geen sprake was van een calamiteit, later is de calamiteitencommissie van deze conclusie teruggekomen en is na een melding aan de IGJ een rapportage opgesteld. Klager verwijt de internist dat zij daarbij op meerdere fronten onzorgvuldig heeft gehandeld.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht gegrond voor zover dit onderdeel betrekking heeft op het niet naleven van het Maagretentieprotocol, verklaart de klacht voor het overige ongegrond en bepaalt dat geen maatregel wordt opgelegd. Voorts wordt bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden geanonimiseerd zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en ter publicatie aan het tijdschrift Medisch Contact zal worden aangeboden.
Zaaknummer
C2024/2541
Partijen
Klaagster / internist
Gemachtigde van internist
Mr. S. Pendjol
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen internist die woont en werkt te Curaçao.
RTG Amsterdam: verklaart zich kennelijk onbevoegd.
Zitting op woensdag 10 september 2025
Zaaknummer
C2025/2707
Partijen
Klagers/verpleegkundige
Gemachtigde van verpleegkundige
Mevrouw mr. C.J. van den Ham
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klagers zijn broer en zus. Hun hoogbejaarde moeder (hierna: patiënte) was opgenomen in het ziekenhuis vanwege een gebroken heup. Klagers zijn het niet eens met de melding bij Veilig Thuis die door de verpleegkundig specialist is gedaan over hun omgang met hun moeder.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht ongegrond, en bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is
geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften V&VN Magazine en Medisch Contact.
Zaaknummer
C2024/2652
Partijen
Verpleegkundige/GGZ
Gemachtigde van klaagster
Mevrouw C. Hemelaar
Gemachtigde van verpleegkundige
Mr. A.M. de Koning
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de voormalig werkgever van de verpleegkundige. Tijdens het dienstverband is de verpleegkundige een affectieve en seksuele relatie aangegaan met een patiënte. Hij heeft deze relatie niet gemeld en hij heeft de patiënte verzocht de relatie geheim te houden. De verpleegkundige heeft deze grensoverschrijdende relatie erkend.
RTG Amsterdam: verklaart klaagster niet-ontvankelijk voor wat betreft klachtonderdeel f), verklaart de klachtonderdelen a), b), c), d) en e) gegrond, legt op de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register, schorst bij wijze van voorlopige voorziening de bevoegdheid van de verpleegkundige om de aan de inschrijving verbonden bevoegdheden uit te oefenen totdat de beslissing tot doorhaling onherroepelijk is geworden dan wel in beroep is vernietigd, bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan V&VN Magazine en Nurse Academy GGZ.
Zaaknummer
C2024/2584
Partijen
Klager/verpleegkundige
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een verpleegkundige. Klager is sinds 2015 geïndiceerd voor een zorgprofiel op grond van de Wet langdurige zorg. In oktober 2023 heeft hij bij het Centrum Indicatiestelling Zorg een aanvraag ingediend voor een hoger zorgprofiel. Het CIZ besloot dat klager niet voor het gewenste zorgprofiel in aanmerking kwam. Tegen dit besluit heeft klager bezwaar aangetekend. De verpleegkundige, die binnen het CIZ werkzaam is als juridisch medewerker Bezwaar en Beroep, heeft het bezwaar van klager in behandeling genomen en een voor klager negatieve beslissing genomen. Klager klaagt erover dat de verpleegkundige zich heeft uitgegeven als BIG-geregistreerd arts, terwijl hij alleen verpleegkundige is, en dat hij zonder toestemming van klager inzage in het medisch dossier van klager heeft gehad. Ook stelt klager dat de verpleegkundige in het kader van de bezwaarschriftprocedure heeft geweigerd een deskundig medisch advies op te vragen.
Voorzitter RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht, aangezien het handelen van de verpleegkundige niet kan worden getoetst aan artikel 47 van de Wet BIG.
Zaaknummer
C2025/2834
Partijen
Klager/apotheker
Gemachtigden van klager
Drs. T. de Haan
Gemachtigden van apotheker
Mr. drs. Y.M. Nijhuis
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een apotheker. Klager ging naar de apotheek om door de huisarts diezelfde dag voorgeschreven medicatie op te halen. Voor de ingang van de apotheek zakte klager in elkaar en werd hij met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Klager verwijt de apotheker dat hij: a) hem in hulpeloze toestand heeft gebracht of gelaten, terwijl hij in acuut levensgevaar was; b) omstanders heeft getracht te weerhouden van het verlenen van hulp, door klager botweg, alsook ongefundeerd als ‘simulant’ te bestempelen; c) niet tijdig de medicatie heeft verstrekt, zoals door de huisarts voorgeschreven ter bestrijding van de bij klager ontstane (hart)klachten.
RTG Zwolle: De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zitting op woensdag 17 september 2025
Zaaknummer
C2024/2583
Partijen
Klager/dermatoloog
Gemachtigde van dermatoloog
Mevrouw mr. A.M. den Hertog-de Visser
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een dermatoloog. De dermatoloog heeft door middel van Mohs-chirurgie bij klager een basaalcelcarcinoom verwijderd. Klager heeft klachten over de informatie die hem is verstrekt over deze vorm van chirurgie, de wijze waarop deze is uitgevoerd en de nazorg.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2758
Partijen
Klager/cosmetisch arts
Gemachtigde van cosmetisch arts
Mr. E.J.C. de Jong
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een cosmetisch arts. Klager kwam bij de arts met de wens voor een halslift, facelift en een ooglidcorrectie. Begin juni 2023 heeft de arts klager geopereerd. Klager is ontevreden over het resultaat van de behandeling en stelt dat hij onvoldoende is ingelicht over de gevolgen van de ingreep voor zijn haardracht en bakkebaarden. Daarnaast verwijt klager dat de arts hem onheus heeft bejegend.
RTG Zwolle: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2665
Partijen
Plastisch chirurg/klaagster
Gemachtigde van plastisch chirurg
Mr. E.J.C. de Jong
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster is in een privékliniek geweest bij een collega van de plastisch chirurg voor een consult voor een cosmetische operatie aan de hals-en kaaklijn. De plastisch chirurg is de directeur-eigenaar van de kliniek. Klaagster heeft zich door de collega laten opereren. Klaagster was niet tevreden over het resultaat van deze ingreep en heeft dat kenbaar gemaakt, waarna een tweede operatie is ingepland. Een dag voor die tweede operatie heeft een gesprek tussen klaagster en de plastisch chirurg plaatsgevonden, waarbij de eerder voorgestelde behandeling is aangepast en de behandelingsovereenkomst is getekend. De volgende dag is de operatie uitgevoerd door de collega. Klaagster maakt de plastisch chirurg verschillende verwijten.
RTG Zwolle: verklaart klachtonderdeel b gegrond, verklaart klachtonderdelen a en c ongegrond, verklaart klachtonderdeel d deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond, legt de plastisch chirurg de maatregel op van een waarschuwing, bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekend gemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.
Zaaknummer
C2024/2666
Partijen
Klaagster/plastisch chirurg
Gemachtigde van plastisch chirurg
Mr. E.J.C. de Jong
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een plastisch chirurg. Klaagster is in een privékliniek geweest bij een collega van de plastisch chirurg voor een consult voor een cosmetische operatie aan de hals-en kaaklijn. De plastisch chirurg is de directeur-eigenaar van de kliniek. Klaagster heeft zich door de collega laten opereren. Klaagster was niet tevreden over het resultaat van deze ingreep en heeft dat kenbaar gemaakt. Hierna is een tweede operatie is ingepland. Een dag voor die tweede operatie heeft een gesprek tussen klaagster en de plastisch chirurg plaatsgevonden, waarbij de eerder voorgestelde behandeling is aangepast en de behandelingsovereenkomst is getekend. De volgende dag is de operatie uitgevoerd door de collega. Klaagster maakt de plastisch chirurg verschillende verwijten.
RTG Zwolle: verklaart klachtonderdeel b gegrond, verklaart klachtonderdelen a en c ongegrond, verklaart klachtonderdeel d deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond, legt de plastisch chirurg de maatregel op van een waarschuwing, bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekend gemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.
Zaaknummer
C2025/2701
Partijen
Klager/mdl-arts
Gemachtigde van mdl-arts
Mr. P. Dalhuisen
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een MDL-arts. Klager werd door de huisarts verwezen naar de polikliniek maag-darmleverziekten in verband met een rectale zwelling en bloedverlies. De uitslagen van de coloscopie en het aanvullend onderzoek werden tijdens een MDO besproken. Het advies vanuit het MDO luidde om niet te starten met palliatieve systeemtherapie, maar in te zetten op een ‘best supportive care beleid’. De MDL-arts besprak de uitslagen en het advies van het MDO met klager. Klager verwijt de MDL-arts dat hij hem ten onrechte niet verwees naar een internistoncoloog en hem hiermee willens en wetens essentiële zorg ontnam, en onvoldoende informatie over de behandeling gaf, geen motivering gaf voor het advies om geen behandeling te starten en dat hij aangaf dat patiënt nog maar zes tot twaalf maanden te leven had.
RTG Zwolle: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zitting op maandag 22 september 2025
Zaaknummer
C2025/2835
Partijen
Klager/ KNO-arts
Gemachtigde van KNO-arts
Dhr. mr. M.F. Mooibroek
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Verzetzaak: Klacht tegen een KNO-arts. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het verweten handelen niet onder de eerste of tweede tuchtnorm valt.
De voorzitter van het Centraal Tuchtcollege wijst het beroep van klager af nu dit niet kan leiden tot een andere beslissing dan het Regionaal Tuchtcollege. Klager heeft tegen deze beslissing verzet ingesteld.
Zaaknummer
C2025/2754
Partijen
Klager/ klinisch geriater
Gemachtigde van klager
De heer J.J. Bronsveld
Gemachtigde van klinisch geriater
Mevrouw mr. drs. S. Slabbers
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een klinisch geriater. Er liep een geschil tussen klager en zijn broer bij de rechtbank. Een vraag die voorlag was of hun vader ten tijde van het opmaken van zijn testament wilsbekwaam was. De rechtbank heeft de klinisch geriater benoemd als deskundige. De klinisch geriater heeft vervolgens een rapport uitgebracht. Ten tijde van het onderzoek was de vader al overleden. Klager is niet tevreden over dit deskundigenrapport en verwijt de klinisch geriater dat hij: a) leidraad, richtlijn en model geldend in de civiele procedure niet heeft gevolgd; b) onvolledig onderzoek heeft gedaan en heeft toegewerkt naar een eindconclusie; c) vooringenomen en partijdig was; d) 34 relevante vragen niet wilde beantwoorden.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart klachtonderdeel a deels gegrond, bepaalt dat geen maatregel wordt opgelegd, verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2588
Partijen
Klager/ specialist ouderengeneeskunde
Gemachtigde van specialist ouderengeneeskunde
Mr. J.F.H. Terpstra
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. De moeder van klager woonde bij klager in huis. Klager verzorgde haar. Na verwijzing door de huisarts heeft de specialist ouderengeneeskunde een huisbezoek afgelegd bij klager en zijn moeder. Hierna heeft zij een multidisciplinair overleg (MDO) gepland met verschillende betrokken zorgverleners. Geconcludeerd werd dat opname in een 24-uurs setting noodzakelijk was. De moeder van klager is uiteindelijk na een rechterlijke machtiging opgenomen. Zij is binnen enkele maanden na haar opname overleden. Klager vindt dat de specialist ouderengeneeskunde de fysieke klachten van zijn moeder niet serieus heeft genomen en ten onrechte heeft gezegd dat klager ontkende dat zijn moeder aan de ziekte van Alzheimer leed. Ook verwijt klager de specialist ouderengeneeskunde dat zij heeft geweigerd filmmateriaal te bekijken waaruit bleek dat moeder veel helderder van geest was, als zij niet ziek was.
RTG Zwolle: verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2669
Partijen
Klagers/specialist ouderengeneeskunde
Gemachtigde van specialist ouderengeneeskunde
Mr. P.P.R. Hoekstra
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klagers, de tweelingzus en zwager van de overleden patiënte, dienen een klacht in tegen verweerster, de arts die betrokken was bij de zorg van patiënte. Ze beschuldigen haar van het actief beëindigen van het leven van patiënte, het volgen van de wensen van de echtgenoot zonder eigen medische verantwoordelijkheid, en het niet geven informatie. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart klagers niet ontvankelijk in hun klacht namens de patiënte. De echtgenoot en zoon van patiënte staan niet achter de klacht en de echtgenoot vertegenwoordigt in beginsel de wil van patiënte. De eigen klachten van klagers zijn deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond. De voorzitter heeft er begrip voor dat klagers hebben geleden onder het stervensproces van hun (schoon)zus maar de klacht die daarover gaat heeft geen betrekking op een handelen of nalaten tegenover klagers zelf op het gebied van het individuele gezondheidsrecht. Voorts acht de voorzitter het een juiste handelwijze dat verweerster haar informatieverplichtingen jegens de echtgenoot nakwam. Patiënte was niet meer wilsbekwaam en dan dienen op grond van de wet de verplichtingen jegens de echtgenoot te worden nagekomen.
Voorzitter RTG ‘s-Hertogenbosch: verklaart klagers in hun klacht namens patiënte kennelijk niet-ontvankelijk en verklaart de eigen klachten van klagers deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond.