Voorwaardelijke schorsing met proeftijd voor GZ-psycholoog

Het Tuchtcollege te Eindhoven legt gz-psycholoog de maatregel op van een voorwaardelijke schorsing met een proeftijd van twee jaar. Uitspraak RTG Eindhoven 19 november 2014.

Gz-psycholoog wordt verweten dat hij ten opzichte van zijn cliënte de grenzen van de professionele relatie heeft geschonden door een persoonlijke en seksuele relatie met haar aan te gaan aansluitend aan de behandelrelatie.

Geoordeeld wordt dat de gz-psycholoog, door geen afstand te blijven bewaren en een seksuele relatie met zijn cliënte aan te gaan, de professionele grenzen heeft overschreden en gehandeld in strijd met de zorg die hij jegens zijn cliënte had behoren te betrachten. De ratio van deze norm is daarin gelegen dat het bij een professionele relatie in de gezondheidszorg gaat om afhankelijkheid van de cliënt van de hulpverlener, die aan het eind van de behandeling niet van de ene op de andere dag is verdwenen. Deze afhankelijkheid vraagt om het blijven bewaren van een professionele afstand door de hulpverlener jegens zijn cliënt en om het beschermen van de belangen van de patiënt. Die afstand en bescherming wegen zwaarder wanneer het gaat om een patiënt/cliënt met psychische problemen, zoals bij de cliënte van de gz-psycholoog.

Het is de eerste keer dat de gz-psycholoog voor deze misstap in aanraking komt met de tuchtrechter. De gz-psycholoog trekt zich het gebeuren erg aan en wil herhaling in de toekomst voorkomen door hulpverlening aan volwassenen te vermijden en zich uitsluitend te richten op kinderen. Het college plaatst daar vraagtekens bij. Kinderen zullen immers veelal begeleid door hun (volwassen) ouders naar het spreekuur komen. Verder blijkt uit de stellingname van de gz-psycholoog niet - met name door zijn ter zitting geuite (onterechte) opvattingen over de strikte handhaving van de zogeheten “afkoelingsperiode” van een half jaar na het beëindigen van de behandelrelatie - dat hij inzicht heeft in de aard van de professionele relatie, het effect van zijn handelen binnen die relatie en de reden om aan het eind van de behandeling een afkoelingsperiode in acht te nemen. De gz-psycholoog heeft één gesprek gehad met een seksuoloog, maar daarmee heeft hij dit inzicht (nog) niet verworven.

Het college zal de gz-psycholoog daarom de verplichting opleggen om de door de Inspectie genoemde bijscholing te volgen op het gebied van afstand en nabijheid binnen de professionele relatie. Deze verplichting zal worden gekoppeld aan een voorwaardelijke schorsing voor de periode van een half jaar. Ook zal een proeftijd van twee jaar worden opgelegd.
De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl