Voorzitter Centraal Tuchtcollege op werkbezoek bij ziekenhuis

De voorzitter van het Centraal Tuchtcollege, mr. Jenneke Rowel, ging op werkbezoek bij ziekenhuis MCH Westeinde in Den Haag. Daar sprak ze met zorgverleners en patiënten, bekeek ze geavanceerde systemen en zag ze hoe zorgverleners omgaan met de protocollen.

Wat heeft u gedaan tijdens het werkbezoek?

Het werkbezoek was bedoeld om een beter beeld te krijgen van hoe zaken georganiseerd zijn binnen een ziekenhuis. Het gaat dan specifiek over toepassen van protocollen bij operaties, voor- en nazorg voor de patiënt en verder over de informatieoverdracht van bijvoorbeeld een nachtdienst naar een dagdienst en tussen zorgverleners van verschillende disciplines.

Ook heb ik gekeken bij de triage op de spoedeisende hulp. Daar worden belangrijke beslissingen genomen over de behandeling van een patiënt, wat wordt ondersteund door een heel geavanceerd computersysteem. Zo moet gezorgd worden dat elke patient wordt behandeld binnen de daarvoor gestelde tijd.

Als laatste heb ik de opbouw van patiëntendossiers gezien. Dossiers zijn voor het tuchtcollege van groot belang bij de zaken. Door dergelijke methodes te kennen is het voor ons makkelijker om zo’n dossier te lezen.

mr. Jenneke Rowel samen met lid-beroepsgenoot en anesthesioloog Hans Pöll in de operatiekamer
mr. Jenneke Rowel samen met lid-beroepsgenoot en anesthesioloog Hans Pöll in de operatiekamer

Waarom vindt u dat belangrijk?

Om de informatie die we in dossiers lezen beter te kunnen duiden en begrijpen. Als er een tuchtzaak wordt aangespannen krijgen we vaak grote dossiers toegestuurd. Praktische kennis van het veld hebben, helpt mij als jurist om zaken beter te doorgronden. We kunnen daardoor sneller ontdekken waar de schoen wringt.

Met wie heeft u gesproken?

Ik heb gesproken met zorgverleners maar ook met patiënten die bijvoorbeeld lagen te wachten op een operatie. Ik merkte dat patiënten veel vertrouwen in de zorg hebben als regels worden nageleefd. Dat krijgen patiënten heel goed mee. Als een patiënt wordt geopereerd legt hij zijn lot letterlijk in handen van het behandelend team. Daarom moet de patiënt voor de operatie vertrouwen hebben in de kundigheid van alle betrokkenen. De patiënten die ik sprak gingen met een gerust hart onder het mes.

Wat heeft u geleerd van het bezoek?

Ik heb veel zorgvuldige en precieze informatieoverdrachten gezien, waarbij elke nieuwe patiënt van een afdeling werd besproken. Ik zag ook dat de protocollen nauwgezet werden nageleefd: een polsbandje met informatie over een patiënt was zoekgeraakt, waarop de procedure werd stilgelegd tot dit weer was verholpen. Zo zag ik hoe de veiligheid van de patiënt voorop staat. Het is niet de planning die regeert, maar de veiligheid van de patiënt!

Het is vrijwel altijd een groot team dat zich met de patiënt bezig houdt. Al die zorgverleners hebben veel informatie over de patiënt die ze met elkaar moeten delen. Zowel tijdens de operatie als in de voor- en nazorg. Dat is een belangrijk aspect van de patiëntenzorg waar de zorgverleners erg actief aan werken. Een ander aspect is dat je de juiste informatie weet te benutten. Ik heb gezien hoe de zorgverleners daar aan werkten in een intensieve interactie met de patiënt. Professionaliteit en menselijkheid komen daar samen. Daar heb ik veel respect voor.

Heeft dit bezoek invloed op uw rechtspraak?

Op onze rechtspraak heeft zo’n werkbezoek geen directe invloed, maar het draagt wel bij aan kennis van de gang van zaken. Het is voor ons makkelijker te begrijpen hoe bijvoorbeeld een operatie van A tot Z verloopt. Daardoor houd ik meer voeling met de patiënt en zijn zorgverleners.