Arts berispt vanwege uitlatingen over collega

Eindhoven - De arts is door het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven berispt omdat hij zich onnodig grievend en lasterlijk heeft uitgelaten over een collega-arts.

Dit handelen wordt getoetst aan de tweede tuchtnorm. Deze norm gaat niet over de individuele zorgverlening aan een patiënt maar over ander handelen dat in strijd kan zijn met het belang van de gezondheidszorg.

Reden klacht

Beide artsen waren bij de behandeling van een strafzaak aanwezig als gerechtelijk deskundigen. Nadat het gerechtshof had besloten de arts niet te horen maar de collega-arts wel en hij de zaal moest verlaten, heeft hij zich buiten de rechtszaal tegenover een journalist negatief uitgelaten over zijn collega en haar een charlatan genoemd. Dit stond diezelfde avond nog in de krant.

Ook in zijn rapportage voor een andere strafzaak heeft de arts zijn collega in diskrediet gebracht door haar deskundigheid ernstig in twijfel te trekken.

Standpunt arts

De arts vond dat hij geen andere mogelijkheid had en het gerechtshof wel op deze manier op de hoogte moest brengen van het door hem veronderstelde gebrek aan deskundigheid. Het woord charlatan gebruikte hij om duidelijk te maken dat de collega arts minder deskundig zou zijn dan dat ze zich voordeed. Gezien de definitie volgens de Van Dale, was deze term geoorloofd.

Overweging college

Het college vindt dat de arts verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij via de pers zijn punt heeft willen maken toen hij tijdens de zitting die gelegenheid niet kreeg. Daarmee heeft de arts op een oneigenlijke manier invloed willen uitoefenen op het strafproces. Het argument dat er geen andere mogelijkheid was om de deskundigheid van de collega-arts ter sprake te stellen, is volgens het college onjuist omdat de arts wist dat hij van het gerechtshof nog de gelegenheid zou krijgen om dit onderwerp te bespreken. De arts heeft van deze gelegenheid ook gebruik gemaakt.

Het college vindt de uitlatingen krenkend, onzakelijk en bewust op de persoon gericht. Het college vindt dat het woord charlatan niet alleen ‘zich deskundiger voordoen dan hij is’ betekent, maar ook kan worden uitgelegd als kwakzalver, beunhaas en oplichter. Daarbij heeft de arts onvoldoende onderbouwd waarom zijn collega-arts niet deskundig zou zijn.

Ook de rapportage is op verschillende onderdelen onvoldoende zakelijk, suggestief, teveel op de persoon gericht en onvoldoende gefundeerd.

Opgelegde maatregel

Het college legt de maatregel van berisping op, mede omdat de arts onvoldoende inziet dat zijn handelen laakbaar is.

Een berisping wordt aangetekend in het BIG-register en gepubliceerd in de regionale krant als de beslissing onherroepelijk is. De arts kan nog in beroep tegen de beslissing.