Huisarts berispt vanwege te passief behandelen en onvoldoende informeren

Het tuchtcollege Amsterdam behandelde een klacht van een patiënt met prostaatkanker tegen zijn huisarts.

Wat was er aan de hand?

Een patiënt bezoekt zijn huisarts gedurende een aantal jaren met enige regelmaat met steeds toenemende plasklachten. Pas als de klachten zo erg zijn dat ze invaliderend zijn, wordt de patiënt op zijn eigen verzoek doorverwezen naar de uroloog. Hierna wordt (ongeneeslijke) prostaatkanker vastgesteld.

De patiënt is boos over de passieve houding van de huisarts maar blijft patiënt vanwege hun lange relatie. Hij dient een tuchtklacht in als verweerder niets tegen hem zegt over zijn pensionering als huisarts en hij dit middels een algemene brief verneemt. Hij voelt zich hierdoor voor de tweede keer in de steek gelaten.

De klacht

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat de huisarts de pijn-, libido- en plasklachten van klager niet serieus heeft genomen en naar die klachten geen adequaat onderzoek (o.a. rectaal toucher) heeft gedaan.

De huisarts heeft bovendien geen andere passende maatregelen heeft genomen, zoals een verwijzing naar een uroloog of een PSA-bepaling.

Tot slot verwijt klager zijn huisarts dat deze bij zijn laatste bezoek aan klager al wist dat hij kort daarna zijn praktijk zou neerleggen en dit voor klager verzweeg.

Wat vond het college?

Naar het oordeel van het college had de huisarts in deze periode – conform de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen – een rectaal toucher moeten verrichten. Uit het medisch dossier blijkt niet dat met de patiënt is gesproken over het te voeren beleid.

De verwijzing naar de uroloog, op verzoek van de patiënt, heeft pas plaatsgevonden op het moment dat volgens de huisarts de plasklachten voor klager invaliderend waren; de verwijzing had dat naar het oordeel van het college eerder dienen te geschieden om de niet-voorbijgaande en steeds meer invaliderende klachten te laten evalueren en de oorzaak ervan nader te laten onderzoeken door een uroloog.

Door het PSA-onderzoek niet uit te voeren is klager de mogelijkheid ontnomen om naar aanleiding van de uitslag te kiezen voor berusting of voor verder onderzoek (door een uroloog).

De aankondiging van de pensionering van de huisarts kon beter maar is niet klachtwaardig.

De huisarts heeft ter zitting weinig blijk gegeven van enige zelfreflectie en dat hij betreurt dat een en ander zo verlopen is. Dat is een gemiste kans, want hier gaat het om een langdurige patiëntrelatie en een patiënt die een ongeneeslijke ziekte heeft en in de laatste levensfase verkeert. Het college volstaat dan ook niet met de lichtste maatregel (een waarschuwing), maar legt een berisping op.

De volledige beslissing leest u op tuchtrecht.nl.