Verpleegkundige mag niet meer met minderjarigen werken wegens veroordeling voor ontucht met minderjarige

Eindhoven – De verpleegkundige werkte als kinderverpleegkundige in een ziekenhuis. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd diende een klacht in bij het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven, dat de klacht gegrond verklaart.

Reden klachten

De verpleegkundige heeft in de privésfeer tegen betaling seksuele handelingen laten verrichten door een minderjarige en is daarvoor door de strafrechter veroordeeld. Door zijn jarenlange ervaring met zorg voor kinderen was hij goed op de hoogte van de lichaamsbouw van kinderen. De inspectie verwijt hem dat hij de tweede tuchtnorm heeft geschonden.

Standpunt verpleegkundige

De verpleegkundige is het ermee eens dat hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, maar vindt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register te zwaar. Het handelen vond namelijk plaats in de privésfeer en niet in de professionele uitoefening van zijn beroep. Hij was niet uit op betaalde seks met een minderjarige. Het gaat om een eenmalig incident, hij is hiervoor veroordeeld en heeft de straf aanvaard.

De verpleegkundige is zich bewust van de laakbaarheid van zijn handelen. Hij leeft mee met het slachtoffer en is opnieuw in therapie gegaan omdat hij geen antwoord heeft op de vraag hoe het mogelijk is dat hij niet heeft gezien dat het om een minderjarige ging. De verpleegkundige heeft nooit seksuele gevoelens voor minderjarigen gehad.

Hij is zijn baan kwijt geraakt. Hij verwacht niet dat iemand nog een minderjarige patiënt aan hem zal toevertrouwen, maar hij zou het vreselijk vinden als hij zijn beroep als verpleegkundige helemaal niet meer zou mogen uitoefenen.

Oordeel tuchtcollege

De ontvankelijkheid

Op grond van de jurisprudentie van de tuchtcolleges verklaart het college klaagster ontvankelijk in haar klacht. Het begaan van een zedenmisdrijf met een minderjarige raakt het beroep van (kinder)verpleegkundige immers in de kern en is daar onlosmakelijk mee verbonden. 

De beoordeling van de klacht

De verpleegkundige heeft erkend dat hij het zedenmisdrijf heeft gepleegd en is daarvoor ook door de rechtbank veroordeeld. Partijen verschillen evenmin van mening over de omstandigheden waaronder dit misdrijf heeft plaatsgevonden. Het college verklaart de klacht derhalve gegrond.

Opgelegde maatregel

Op grond van de jurisprudentie van de tuchtcolleges is de maatregel van schorsing uitgangspunt bij seksueel grensoverschrijdend gedrag. Voor de beantwoording van de vraag welke maatregel in dit geval passend is, weegt het college de volgende omstandigheden mee.

Het college rekent het de verpleegkundige in het bijzonder aan dat het zedenmisdrijf ontucht met een 13-jarige jongen betreft. Hij had als ervaren verpleegkundige moeten zien dat het slachtoffer nog maar een kind was. Daarnaast heeft hij nagelaten nader onderzoek te doen naar de leeftijd van het slachtoffer.

Daartegenover staat dat het een eenmalige gebeurtenis in de privésfeer is, dat hij tegenover de politie direct openheid van zaken gegeven, zijn veroordeling heeft geaccepteerd en ook ter zitting niet heeft geprobeerd zijn daad goed te praten of af te zwakken. De verpleegkundige heeft ter zitting getoond mee te leven met zijn slachtoffer.

Het college acht het van groot belang dat de verpleegkundige inzicht heeft getoond in zijn handelen. Hij ziet in dat dit niet had mogen gebeuren en heeft spijt van zijn daad. De verpleegkundige heeft zich eerder en thans opnieuw onder behandeling gesteld van een psycholoog om nader inzicht te krijgen hoe hij tot zijn daad heeft kunnen komen. Ondanks dat hij zelf weet dat er niets zal gebeuren, heeft hij aangegeven niet meer met kinderen te willen werken omdat hij niet verwacht dat hem nog dat vertrouwen wordt gegeven.

De verpleegkundige is zijn baan verloren. Tot zijn ontslag heeft hij echter altijd naar tevredenheid gefunctioneerd bij zijn werkgever.

Alles afwegend komt het college tot de slotsom dat hier de maatregel van gedeeltelijke doorhaling van de inschrijving in het BIG-register, te weten dat de verpleegkundige niet meer met minderjarigen mag werken, passend is.

Aangezien hij momenteel nog op zoek is naar een nieuwe baan, bepaalt het college dat deze maatregel op grond van artikel 48 lid 7 van de Wet BIG onmiddellijk van kracht wordt.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl.
U kunt ook hier klikken voor de uitspraak.