Klacht tegen gynaecoloog na overlijden baby ongegrond

Eindhoven – Klaagster is in 2016 bevallen van haar eerste kindje. Het kindje is diezelfde nacht overleden. Klaagster en haar echtgenoot hebben hierover tegen één van de gynaecologen een klacht ingediend bij het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven, dat de klacht ongegrond verklaart.

De reden van de klacht

Toen klaagster 24 weken en 3 dagen zwanger was, is ze naar het ziekenhuis gegaan in de plaats waar zij op familiebezoek was omdat zij last had van vaginaal bloedverlies. Daar werd vastgesteld dat er sprake was van een velamenteuze navelstrenginsertie en van vasa praevia. Klaagster werd doorverwezen naar het ziekenhuis in de buurt van haar woonplaats en is daar opgenomen. Tijdens deze opname is door een collega van de gynaecoloog echoscopisch onderzoek verricht. Deze collega stelde geen vasa praevia vast.

Een maand later werd klaagster op verzoek van de verloskundige weer met spoed op het spreekuur door de gynaecoloog gezien wegens aanhoudende buikpijnklachten zonder bloed- of vruchtwaterverlies. De gynaecoloog heeft klaagster echoscopisch onderzocht en kwam tot de conclusie dat er geen sprake was van vasa praevia.

Omdat de verloskundige twee weken daarna vermoedde dat er bij klaagster sprake was van zwangerschapsdiabetes werd zij weer verwezen naar het ziekenhuis. Vanaf dat moment werd klaagster op de polikliniek gynaecologie door diverse artsen gecontroleerd. Vanwege de zwangerschapsdiabetes is afgesproken de bevalling in te leiden bij een zwangerschapsduur van 38 weken.

Eén dag voor de geplande inleiding werd klaagster opgenomen in het ziekenhuis omdat haar vliezen spontaan waren gebroken. Het vruchtwater was helder en omdat klaagster niet spontaan ging bevallen, werd besloten met de inleiding te beginnen. Tijdens de avondoverdracht heeft de dienstdoende gynaecoloog in overleg met de andere aanwezige gynaecologen besloten dat er een spoedkeizersnede moest plaatsvinden. De baby werd erg bleek en slap geboren. De kinderarts is meteen begonnen met reanimeren. Dezelfde nacht is de baby overleden.

Klagers zijn - kort gezegd - van mening dat de gynaecoloog op onjuiste gronden de diagnose vasa praevia heeft verworpen.

Standpunt gynaecoloog

De gynaecoloog stelt dat zij bij de behandeling van klaagster heeft gehandeld zoals van een bekwame gynaecoloog-perinatoloog mag worden verwacht. Haar persoonlijk valt geen verwijt te maken.

Oordeel tuchtcollege

Vooropgesteld wordt dat bij het antwoord op de vraag of de gynaecoloog tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld het persoonlijk handelen van de gynaecoloog centraal staat. Bij de beoordeling van het handelen van de gynaecoloog is de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie &Gynaecologie "Bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap" van belang.

De gynaecoloog wist tijdens haar onderzoek dat er in het eerste ziekenhuis bij klaagster vasa praevia was vastgesteld, maar dat deze diagnose op dezelfde dag door haar collega niet was bevestigd. Er was afgesproken het onderzoek naar vasa praevia te herhalen bij een zwangerschapsduur van 28-30 weken. Het college is van oordeel dat het onderzoek door de gynaecoloog op het juiste moment heeft plaatsgevonden.

Het college concludeert dat de gynaecoloog na dit onderzoek op juiste en deugdelijke gronden de diagnose vasa praevia heeft verworpen. De vermelding in het dossier "geen vasa praevia" is kort en bondig, maar voldoende. Dit is immers de informatie die voor opvolgende behandelaars van belang is. Dat de diagnose vasa praevia door de gynaecoloog terecht is verworpen, wordt ook bevestigd door het verloop van de bevalling en de resultaten van de na de bevalling uitgevoerde onderzoeken. De gynaecoloog heeft tijdens alle consulten gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk zorgvuldig gynaecoloog-perinatoloog mocht worden verwacht en haar kan dan ook geen nalatigheid in haar diagnostiek of in haar medisch handelen worden verweten.

Hoezeer ook het college beseft dat het overlijden van hun kindje voor klagers zeer traumatisch is geweest, doet dat er niet aan af dat de gynaecoloog daarvan geen verwijt valt te maken.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en tijdelijk op www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl

Klik hier voor de geanonimiseerde beslissing