Tuchtcollege mag geen oordeel geven over klacht tegen tandarts

Het tuchtcollege Eindhoven behandelde een zaak tegen een tandarts. De tandarts is klinisch directeur van een tandheelkundige kliniek en hij wilde voorkomen dat klager nog meer klachten tegen de tandartsen van de kliniek zou indienen.

Wat was er aan de hand?

De klager was patiënt bij één van de tandartsen van de kliniek waarvan de aangeklaagde tandarts klinisch directeur is. Klager heeft eerder klachten ingediend tegen zijn behandelend tandarts, de adviserend tandarts en de klinisch directeur. Deze klachten zijn zowel door het regionaal als door het centraal tuchtcollege ongegrond verklaard.

Vervolgens heeft klager weer een klacht ingediend tegen zijn behandelend tandarts .

De klinisch directeur heeft klager toen een aangetekende brief gezonden met daarin het volgende:

“Recentelijk heeft u tegen 2 tandartsen uit onze organisatie en tegen mij een aantal tuchtzaken gevoerd in het kader van een tandheelkundige behandeling bij tandartsenpraktijk […] te […].

Al deze zaken zijn kennelijk ongegrond verklaard.

U zult begrijpen dat in de behandeling van deze zaken erg veel tijd van de aangeklaagden en van andere mensen in onze organisatie is gaan zitten.

Inmiddels heb ik begrepen dat u wederom een tuchtprocedure bent gestart tegen tandarts […] waarvan wij denken dat deze ook ongegrond wordt verklaard.

Wij maken u erop attent dat indien deze zaak wederom eindigt in een ongegrondverklaring

wij alle tijd en inspanning aan u in rekening zullen brengen.

De berekening zal gaan volgens de tariefcode U05, te weten €13,84 per 5 minuten, hetgeen neerkomt op €166,08 per uur.

Met vriendelijke groet,

[verweerder]

Klinisch directeur […]”.

De klacht tegen de tandarts is (gedeeltelijk) gegrond verklaard. Tegen deze beslissing is geen beroep ingesteld.

De klacht

Klager vindt vooral dat de tandarts deze intimiderende en chanterende brief niet had mogen sturen. Hij moet zijn recht kunnen halen bij een rechterlijke instantie en de tandarts mag hem die weg niet afsnijden. Daarbij is het in rekening brengen van kosten volgens de tariefcode U05 misbruik maken van de tandartstarieven.

Wat vond het college?

Wat door klager aan deze tandarts wordt verweten gaat niet over de relatie tussen een zorgverlener en een patiënt. Alle verwijten van klager gaan over handelen van de tandarts als klinisch directeur.

Iemand kan dan toch een klacht indienen als het handelen effect (weerslag) heeft op de individuele gezondheidszorg én die zorgverlener daarvoor zijn deskundigheid - hier - als tandarts heeft gebruikt.  

Het college vond dat het sturen van de brief, waarmee de tandarts heeft geprobeerd ervoor te zorgen dat klager niet nog een keer naar de tuchtrechter zou gaan, effect heeft op de individuele gezondheidszorg. Iedereen die in het BIG-register staat, zoals een tandarts, valt namelijk onder het tuchtrecht en moet zich toetsbaar opstellen. Als de tandarts kosten maakt voor zijn verdediging in de tuchtprocedure moet hij dat zelf betalen. Hij mag niet dreigen om klager daarvoor een rekening te sturen.

Maar voor het sturen van de brief hoefde de klinisch directeur geen tandarts te zijn. Dit had ook iemand kunnen doen die geen tandarts is. Omdat hij niet heeft gehandeld als tandarts, mag het tuchtcollege de klacht van klager niet behandelen.

Tegen deze beslissing is beroep ingesteld. De volledige beslissing vindt u op tuchtrecht.nl.