Klacht vanwege wens voor ander medicijn

Het tuchtcollege Den Haag deed uitspraak in een zaak van een (gedetineerde) patiënt tegen een arts. Patiënt leed aan diabetes mellitus type 2 en aan hem was Metformine HCL voorgeschreven in plaats van de door hem gewenste Metformax. Het college verklaarde de klacht ongegrond.

Wat was er aan de hand?

Bij patiënt was sprake van een ontregelde diabetes mellitus type 2 bij weigering van medicatie  en polyneuropathie. Daarom was behandeling noodzakelijk was. Klager wilde dezelfde medicatie als hij altijd in België had gekregen, namelijk Metformax. De arts heeft (onder meer) Metformine HCL en bij een glucosewaarde boven de 15 tijdelijk Novorapid geadviseerd en voorgeschreven. Klager heeft diverse malen geweigerd zijn medicatie in te nemen en zijn bloedsuiker te laten controleren.

De klacht

Klager verwijt de arts dat hij Metformine HCL heeft voorgeschreven en/of toegediend terwijl klager had aangegeven dat dit medicijn bij hem geen tot een minder sterke werking heeft waardoor hij veel pijn heeft ervaren, alsmede een doof gevoel in zijn vingers en zwakke polsen.

Wat vond het college?

Het College oordeelde dat het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is dat eerst is geprobeerd te komen tot regelmatige, trouwe inname van Metformine HCL, het middel van eerste keuze. Metformax is niet geregistreerd in Nederland en kan derhalve niet worden ingevoerd. Bovendien bevatten Metformine HCL en Metformax dezelfde werkzame stof en is hierover uitleg aan klager gegeven.

Tegen de beslissing is geen beroep meer mogelijk.