Vertrouwen forensisch arts op advies arrestatieteam en medisch adviseur terecht

Zwolle – De forensisch arts begeleidde het transport van klaagster. Hij was vergezeld door een arts in opleiding tot forensisch arts. Beide artsen zijn aangeklaagd. In beide gevallen achtte het tuchtcollege in raadkamer (dus zonder zitting) dat de klacht kennelijk ongegrond is.

Wat was er aan de hand?

De medisch adviseur van het ministerie van Justitie en Veiligheid had eerder al geconcludeerd dat klaagster in medisch opzicht geschikt was voor detentie maar dat het vervoer met de nodige zorg moest geschieden.

In dat verband is aan de forensisch arts gevraagd het vervoer te begeleiden. Hij had op zijn beurt een forensisch arts in opleiding bij zich die tevens was geregistreerd als traumachirurg.

Voorafgaand aan de aanhouding heeft een arrestatieteam gedurende meer dan twee uur de woning van klaagster geobserveerd. De politie liet weten dat was gezien dat klaagster zich door de woning bewoog. Er stond een bus klaar met daarin een lift en toilet. Klaagster is vanaf haar bed via een immobilisatieplank op een brancard in de bus gebracht.

De klacht

Klaagster meent dat de forensisch arts ten onrechte heeft geoordeeld dat zij detentiegeschikt en vervoerbaar was. Verder had hij het vervoer moeten tegenhouden of tussentijds moeten staken. Bovendien heeft hij bij het vervoer ten onrechte onderzoek nagelaten, waardoor klaagster helse pijn heeft geleden. Dat verwijt treft ook de arts in opleiding tot forensisch arts.

Wat vond het college?

De forensisch arts heeft niet geadviseerd dat klaagster detentiegeschikt en vervoerbaar was, dat was de medisch adviseur van het ministerie. Hij mocht, uitzonderingen daargelaten, vertrouwen op het advies van de medisch adviseur en op hetgeen de politie hem heeft meegedeeld.

Er was speciaal vervoer aanwezig met een verpleegkundige en de nodige mankracht. Het college overweegt dat het voor de hand lag dat de verplaatsing in verband met het overgewicht en een wond aan de heup bij klaagster met het nodige ongerief gepaard zou gaan. Maar niet is gebleken, ook niet na kennisname van een door beide partijen opgemaakt verslag van videobeelden van het vervoer, dat de forensisch arts en die in opleiding bij het vervoer aan de overdracht van klaagster onvoldoende zorg hebben besteed.

De klachten worden afgewezen.