Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van een fysiotherapeut tegen de doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register.

Den Haag – Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege om de inschrijving van een fysiotherapeut in het BIG-register door te halen. Dit betekent dat de fysiotherapeut zijn werk in die hoedanigheid niet meer mag uitoefenen.

Reden van de klacht
De fysiotherapeut was eerder naar aanleiding van een klacht van een patiënte twaalf maanden door de tuchtrechter geschorst vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag. Tijdens die schorsing kreeg de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een melding ‘geweld in de zorgrelatie’ van een collega van de fysiotherapeut. De fysiotherapeut had opnieuw een seksuele relatie met een - andere – patiënte uit zijn praktijk gehad. De Inspectie heeft onderzoek gedaan en daarna bij het Regionaal Tuchtcollege tegen de fysiotherapeut een tuchtklacht ingediend.

De klacht van de Inspectie houdt onder meer in dat de fysiotherapeut ernstig seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld jegens patiënte en dat hij de behandeling niet heeft beëindigd en patiënte ook niet heeft overgedragen aan een collega op het moment dat andere dan in een professionele hulpverleningssituatie passende gevoelens een rol gingen spelen. 

Standpunt van de fysiotherapeut
De fysiotherapeut heeft toegegeven dat hij wederom een seksuele relatie met een patiënte is aangegaan en dat hij daarmee voor de tweede keer de grenzen van de voor hem geldende beroepsnormen heeft overschreden. De grensoverschrijdende gedragingen deden zich voor in dezelfde voor de fysiotherapeut wat hij noemt ‘slechte periode’. Volgens de fysiotherapeut heeft hij sindsdien van de beide gebeurtenissen geleerd en doet hij er met hulp van professionals alles aan om herhaling te voorkomen. Hij begrijpt dat een maatregel zal worden opgelegd, maar vraagt om hem een laatste kans te geven en een voorwaardelijke maatregel op te leggen.

Oordeel van het Regionaal Tuchtcollege

Het Regionaal Tuchtcollege legt op 23 april 2021 de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op en schorst met onmiddellijke ingang de bevoegdheid van de fysiotherapeut. Het college vindt het ernstig verwijtbaar dat de fysiotherapeut voor de tweede keer in de fout is gegaan en acht het niet aannemelijk dat hij nu voldoende waarborgen heeft ingebouwd om herhaling te voorkomen. Het college is ook niet overtuigd van de intrinsieke motivatie van de fysiotherapeut om aan zijn gedragsproblemen te werken.

Oordeel van het Centraal Tuchtcollege

Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de opgelegde - onvoorwaardelijke - maatregel. Er is alleen ruimte voor een voorwaardelijke doorhaling van de inschrijving als het college het vertrouwen heeft dat de patiëntveiligheid met het stellen van voorwaarden voldoende gewaarborgd is. Dat is niet het geval. Het ontbreekt de fysiotherapeut nog steeds aan voldoende zelfinzicht. Het gaat daarbij om eigen begrip van hoe het heeft kunnen gebeuren dat hij zich herhaaldelijk aan ernstig grensoverschrijdend gedrag schuldig heeft gemaakt en wat er nodig is om dit gedrag in de toekomst te voorkomen.

De fysiotherapeut is tijdens de twee tuchtprocedures herhaaldelijk duidelijk gemaakt wat er moest gebeuren om zijn praktijk op een verantwoorde manier te hervatten. De fysiotherapeut heeft onvoldoende met deze aanwijzingen gedaan. Hij heeft in beroep bij het Centraal Tuchtcollege een onderzoeksrapport van een psycholoog en van een psychiater ingebracht, waaruit onder meer blijkt dat bij hem sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. Ook heeft hij risicotaxaties overgelegd, waarbij is ingeschat wat het risico op herhaling van het grensoverschrijdend gedrag is. Er is 2,5 jaar na de schorsingsuitspraak echter nog steeds geen uitgewerkt inhoudelijk behandelplan, terwijl ook verslaglegging van de door de fysiotherapeut ingeschakelde coach, van de gevolgde therapiesessies bij een psycholoog en van gesprekken met een docent fysiotherapie en ethiek ontbreekt. Kennelijk ziet de fysiotherapeut de noodzaak van behandeling onvoldoende in.

Het Centraal Tuchtcollege heeft hierdoor niet het vertrouwen dat met een doorhaling onder voorwaarden kan worden volstaan. Vanwege de inhoud van het beroep van fysiotherapeut ontstaat er al gauw in meer of mindere mate informeel contact met een patiënt. De daarmee samenhangende risico’s van grensoverschrijdend gedrag kunnen in het geval van de fysiotherapeut niet uitsluitend worden ondervangen met aanpassingen in de inrichting van de praktijkruimte en externe begeleiding op afstand, maar moeten juist en vooral gericht zijn op werken aan het eigen gedrag.

De conclusie is dat de - onvoorwaardelijke - maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register passend en aangewezen is.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en staat tijdelijk op deze website.