Centraal Tuchtcollege verklaart klacht tegen psychiater alsnog ongegrond, maatregel van waarschuwing komt te vervallen

Den Haag - Klaagster heeft een klacht ingediend tegen de psychiater die in een rapport dat betrekking heeft op haar dochter als ‘hoofdbehandelaar’ (regiebehandelaar) staat vermeld. Het rapport is niet gedateerd en alleen ondertekend door een orthopedagoog. Ook had de dochter van klaagster voorafgaand aan het onderzoek aangegeven dat zij niet wilde dat het rapport bij klaagster terecht zou komen. Het rapport is echter, per niet-aangetekende post, naar zowel klaagster als haar dochter gestuurd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard voor wat betreft het optreden van de psychiater als regiebehandelaar en aan hem de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht in beroep alsnog in het geheel ongegrond.

Reden klacht
De klacht van klaagster heeft betrekking op haar dochter. Zij is op enig moment onderzocht door een psycholoog en orthopedagoog, werkzaam bij dezelfde instelling waar de psychiater destijds werkzaam was. De psychiater heeft de dochter eenmalig gezien in het kader van de intake. Na de intake heeft de psychiater de dochter intern verwezen voor psychologisch onderzoek bij de orthopedagoog en psycholoog. De dochter van klaagster heeft aangegeven dat zij niet wilde dat het rapport naar aanleiding van dit psychologisch onderzoek bij klaagster terecht zou komen. Het rapport is echter, per niet-aangetekende post, naar zowel klaagster als haar dochter gestuurd. Klaagster verwijt de psychiater een zestal zaken, onder meer dat hij een slecht en onjuist rapport heeft afgegeven over haar dochter, dat in het onderzoek de verstoorde relatie tussen klaagster en haar dochter nauwelijks aandacht heeft gekregen, en dat het rapport niet aangetekend per post aan klaagster en haar dochter is verstuurd. 

Standpunt psychiater
De psychiater heeft naar voren gebracht dat hij het vervelend vindt voor klaagster hoe de gang van zaken is geweest. Hij heeft haar dochter eenmaal gezien en voorgesteld om een psychologisch onderzoek te laten doen. Daarna zijn er verschillende procedurefouten gemaakt waar de psychiater niet bij betrokken is geweest. Zo is het conceptrapport niet ter goedkeuring voorgelegd aan een gezondheidszorgpsycholoog en aan de psychiater, en is het niet goedgekeurde rapport toch naar klaagster en haar dochter gestuurd.

Oordeel Regionaal Tuchtcollege (RTG)

Het RTG heeft de klacht gegrond verklaard voor wat betreft het optreden van de psychiater als regiebehandelaar en aan hem de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het RTG heeft hiertoe overwogen dat in de klacht besloten ligt dat klaagster de psychiater in de verantwoordelijkheid van regiebehandelaar aanspreekt. Het had op de weg van de psychiater gelegen om actief naar de voortgang van het onderzoek te informeren, toen hij daar niet van op de hoogte werd gebracht door de betrokken psychologen. 
De psychiater is het niet eens met deze beslissing en is in beroep gekomen. 

Oordeel Centraal Tuchtcollege (CTG)

Het CTG is van oordeel dat de psychiater er op mocht vertrouwen dat de conceptversie van het rapport zodra deze klaar was eerst aan hem zou worden voorgelegd door de onderzoekers. Het CTG acht hierbij van belang dat binnen de instelling waar de psychiater werkzaam was werkafspraken bestaan over de wijze van opstellen en goedkeuren van psychologische rapporten door onder andere de regiebehandelaar. Op basis van deze afspraken had het conceptrapport eerst aan de psychiater moeten worden voorgelegd, alvorens het naar de dochter van klaagster te sturen. Ook betrekt het CTG hierbij dat de onderzoekers bekend waren met deze werkafspraken. Zo blijkt uit overlegde e-mailcorrespondentie dat zowel de orthopedagoog als de superviserende GZ-psycholoog wisten dat het rapport eerst nog door de psychiater moest worden gezien. Het enkele feit dat de werkafspraken eenmalig niet zijn gevolgd zonder dat de psychiater dat wist of had moeten weten, is onvoldoende om de psychiater een tuchtrechtelijk verwijt te maken over de wijze waarop hij het regiebehandelaarschap heeft ingevuld. 

Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog ongegrond. Dit betekent dat de maatregel van waarschuwing komt te vervallen. 

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en staat tijdelijk op deze website