Regionaal tuchtcollege: Beslissing centraal tuchtcollege 15 januari 2021 gehandhaafd

‘s-Hertogenbosch - Klaagster had tegen de huisarts een klacht ingediend over de behandeling van haar inmiddels overleden moeder. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) Amsterdam had de klacht gegrond verklaard en de huisarts daarvoor een waarschuwing gegeven. Op 15 januari 2021 heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) geoordeeld dat deze beslissing terecht was. 

De huisarts heeft het CTG gevraagd die beslissing te herzien omdat de door haar meegebrachte getuige niet was gehoord. Dat verzoek is toegewezen. Het RTG ’s-Hertogenbosch werd gevraagd de zaak opnieuw te behandelen en de meegebrachte getuige te horen. De gemachtigde van de huisarts heeft de getuige niet meegebracht naar de zitting, terwijl duidelijk was dat de getuige zou worden gehoord. Geen nieuwe feiten waardoor de beslissing van het CTG moet worden herzien. De beslissing van het CTG wordt gehandhaafd.

Procedure vóór RTG ‘s-Hertogenbosch
Op 30 augustus 2019 heeft klaagster bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) te Amsterdam een klacht ingediend tegen de huisarts. Het college heeft de klacht gegrond verklaard en de huisarts een waarschuwing opgelegd. De huisarts is in beroep gegaan. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) heeft het beroep verworpen.

De huisarts heeft het CTG gevraagd om herziening van die beslissing. Het CTG heeft dat verzoek toegewezen omdat de door de huisarts meegenomen getuige - de praktijkverpleegkundige die betrokken was bij de behandeling van de moeder van klaagster - niet was gehoord. Daardoor is een fundamenteel recht geschonden. “Omdat het herzieningsverzoek wordt toegewezen, beveelt het Centraal Tuchtcollege de opschorting van de uitvoering van de beslissing en verwijst de zaak (…) naar het Regionaal Tuchtcollege (…). Dit college zal de zaak opnieuw behandelen (…). De meegebrachte getuige zal dan alsnog worden gehoord. Het Regionaal Tuchtcollege zal dan beslissen of de beslissing van het Centraal Tuchtcollege waarvan herziening is verzocht, wordt gehandhaafd of wordt vernietigd. (…)”.

Procedure bij RTG ‘s-Hertogenbosch
Na ontvangst van de stukken van het CTG en het vooronderzoek is de zaak verwezen naar een openbare zitting van het RTG. De gemachtigde van de huisarts heeft daarna gevraagd de getuige te horen vóór de zitting, tijdens een mondeling vooronderzoek door de secretaris. Dit verzoek is met uitleg afgewezen.

Klaagster was aanwezig bij de openbare zitting. Ook de gemachtigde van de huisarts was aanwezig. De huisarts zelf was afwezig. De gemachtigde van de huisarts heeft geen getuige meegebracht. Klaagster heeft wel een getuige meegebracht. Deze getuige is door het college gehoord.

Oordeel RTG ‘s-Hertogenbosch

Het college heeft tijdens de zitting partijen de mogelijkheid gegeven om getuigen te (laten) horen, zoals door het CTG gevraagd. De gemachtigde van de huisarts liet toen weten dat de getuige van de huisarts - de praktijkverpleegkundige - niet was gekomen, omdat zij niet zeker wist of zij zou worden gehoord. Ze was namelijk niet uitgenodigd door het college. De gemachtigde van de huisarts vond daarbij dat de getuige tijdens het vooronderzoek, alleen door de secretaris en zonder publiek, had moeten worden gehoord.

Het college vindt de openbare zitting het beste moment om een getuige te horen, zeker omdat de schending van een fundamenteel rechtsbeginsel moest worden gerepareerd. Alle leden van het college, partijen en de gemachtigde van de huisarts hadden de getuige dan vragen kunnen stellen. Het getuigenverhoor was dan transparant geweest, wat bijdraagt aan de openbaarheid van de tuchtrechtspraak. Ook dat is een fundamenteel rechtsbeginsel. 

Het college is van oordeel dat het duidelijk had moeten zijn dat de praktijkverpleegkundige daadwerkelijk door het college ter zitting als getuige zou worden gehoord. Juist om deze getuige te (laten) horen was de zaak namelijk naar dit college verwezen. Ook blijkt uit alle brieven van het RTG aan de gemachtigde van de huisarts dat het de bedoeling was om de getuige tijdens de zitting te horen. De (gemachtigde van) de huisarts had zelf de getuige, die zij wilde laten horen, voor de zitting moeten uitnodigen. Het gevolg van het feit dat de getuige niet kon worden gehoord, is voor de huisarts. 

De door klaagster meegenomen getuige is gehoord. Deze getuige, klaagster en de gemachtigde van de huisarts hebben niets aangevoerd waardoor de beslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg van 15 januari 2021 niet in stand kan blijven. Die beslissing wordt daarom gehandhaafd.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en tijdelijk op deze website.