ONTERECHT AFGEVEN CORONABEWIJZEN - BERISPING

‘s-Hertogenbosch – De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (inspectie) heeft een klacht ingediend omdat de huisarts ten onrechte coronabewijzen heeft afgegeven. De huisarts heeft hiermee het risico op verspreiding van het coronavirus vergroot en de volksgezondheid in gevaar gebracht. Het tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt de huisarts een berisping op.

Reden klachten

Huisartsen mogen alleen vaccinatiebewijzen aanmaken voor patiënten die zij zelf hebben gevaccineerd. Herstelbewijzen of testbewijzen mogen niet door huisartsen worden aangemaakt. Dat heeft de huisarts wel gedaan. Hij heeft voor vijftien patiënten coronabewijzen aangemaakt op basis van verklaringen van die patiënten over een positieve testuitslag, een positieve serologische test (wat geen PCR-test is) of typische coronaklachten. Ook de dossiervoering was onzorgvuldig. In maar één geval is een PCR-test in het medisch dossier vastgelegd. Tenminste één patiënt was niet ingeschreven in de huisartsenpraktijk.

De huisarts heeft bij het aanmaken van de coronabewijzen niet in het belang van de volksgezondheid gehandeld. Deze patiënten konden door de coronabewijzen ongeoorloofd toegang tot krijgen tot activiteiten. Ook konden zij reizen naar het buitenland. Andere bezoekers of reizigers liepen zo mogelijk een grotere kans op besmetting.

Standpunt huisarts

De huisarts heeft coronabewijzen gemaakt voor patiënten op basis van een vaccinatiebewijs en op basis van een herstelbewijs. Hij maakte een herstelbewijs als sprake was van een positieve serologische test, een zelftest, een sneltest, een PCR-test of wanneer de patiënt coronaklachten had (gehad).

Er is geen sprake van een duidelijke norm binnen de beroepsgroep. Volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging is de huisarts niet betrokken bij en verantwoordelijk voor het uitgeven van een herstelbewijs. Uit de praktijkhandleiding van het Nederlands Huisartsen Genootschap volgt dat huisartsen ook coronabewijzen kunnen aanmaken als er sprake is van een doorgemaakte corona-infectie bij de patiënt. Er is geen ondubbelzinnig verbod om in een dergelijk geval een herstelbewijs af te geven. In de handleiding wordt alleen over een ‘positieve test’ gesproken, niet om een ‘positieve PCR-test’. Er was geen sprake van handelen dat een gevaar opleverde voor patiënten en anderen.

Oordeel tuchtcollege

Coronabewijzen

Uit de berichten vanuit de beroepsgroep in de relevante periode volgt geen eenduidig beeld over het mogen afgeven van herstelbewijzen of testbewijzen. In het systeem dat daarvoor werd gebruikt, was daarvoor voor huisartsen ook geen technische beperking. In zoverre is dit klachtonderdeel ongegrond.

De huisarts heeft in het veld voor de datum van een test ook data ingevuld die geen verband hielden met een test. Als hij van een patiënt informatie had gekregen over een doorgemaakte besmetting, koos hij een datum die paste bij die gegevens. Die datum vulde hij in als testdatum. Daar vulde hij ook gegevens van andere tests in. Uit de handleiding van het systeem volgt duidelijk dat dit niet de bedoeling was. De huisarts heeft erkend dat hij dit heeft gelezen, maar anders heeft gehandeld. Dit deel van de klacht is gegrond.

Dossiervoering                                                       

De huisarts heeft gehandeld in strijd met zijn dossierplicht. Vast staat dat van twee patiënten geen toetsbare of controleerbare informatie in de dossiers is opgenomen. Ook dit klachtonderdeel is gegrond.

Niet handelen in belang volksgezondheid

Deze zaak heeft zich afgespeeld tijdens de coronapandemie. Na een periode met vergaande beperkingen was er groot belang bij een betrouwbaar systeem dat kon worden gebruikt om de beperkende maatregelen gecontroleerd los te laten. Voor de betrouwbaarheid van het systeem was vertrouwen in de totstandkoming van de QR-codes essentieel. De huisarts had moeten beseffen dat zijn handelen schade kond toebrengen aan het vertrouwen in de gezondheidszorg in het algemeen en zijn beroepsgroep in het bijzonder. Het college acht daarom ook dit klachtonderdeel gegrond.

Opgelegde maatregel

Het college houdt rekening met de bijzondere tijd waarin het handelen plaatsvond. Het college is van oordeel dat dit verzwarend werkt. In zo’n maatschappelijk onzekere periode wordt van een medisch professional, nog meer dan anders, zorgvuldigheid en voorzichtigheid verwacht. De huisarts heeft er geen blijk van gegeven zich daarvan bewust te zijn. Het college legt de huisarts een berisping op.

Deze beslissing zal worden gepubliceerd zodat andere huisartsen iets van deze zaak kunnen leren.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en tijdelijk op www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl