Doorhaling inschrijving BIG-register huisarts vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag

Den Haag – Klaagster verwijt de huisarts a) seksueel grensoverschrijdend gedrag en b) het tijdens de schorsing verrichten van handelingen bij klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Zowel het beroep van klaagster als van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ten aanzien van het klachtonderdeel a, het verweten seksueel grensoverschrijdend gedrag, slaagt. Het Centraal Tuchtcollege legt de huisarts de maatregel doorhaling in het BIG-register op.

De klacht

Klaagster verwijt de huisarts dat hij zich tijdens de consulten seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. Zij moest voor onderzoeken meer kleding uitdoen dan nodig was, de huisarts heeft haar betast en heeft met zijn buik/onderlichaam tegen het (ontblote) achterlijf van klaagster aangedrukt. Daarnaast heeft de huisarts haar (zonder medische handschoenen) vaginaal onderzocht en daarbij op- en neergaande bewegingen met zijn vingers gemaakt. Klaagster verwijt de huisarts ook dat hij werkzaamheden heeft verricht gedurende een periode dat hij volgens het BIG-register was geschorst in zijn bevoegdheden.

Oordeel Regionaal Tuchtcollege

Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat niet kan worden vastgesteld wat er tijdens de consulten is gebeurd omdat de lezingen van partijen hierover uiteenlopen. Er is ook geen registratie van een inwendig onderzoek bij klaagster of notitie van vaginale klachten in het medisch dossier van klaagster. Evenmin is gebleken dat de huisarts klaagster heeft gezien of gesproken en dat hij medische handelingen heeft verricht tijdens de schorsing van zijn bevoegdheden. Het Regionaal Tuchtcollege komt tot de conclusie dat beide klachtonderdelen ongegrond zijn.

Oordeel Centraal Tuchtcollege

Zowel klaagster als de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (Inspectie) hebben beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege komt tot het oordeel dat aannemelijk is dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag van de huisarts jegens klaagster. Daarbij hecht het Centraal Tuchtcollege meer waarde aan de verklaringen van klaagster dan de enkele ontkenning van de huisarts. Bij dit oordeel betrekt het Centraal Tuchtcollege dat het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch op 22 maart 2024 een arrest heeft gewezen dat betrekking heeft op het seksueel grensoverschrijdend gedrag van de huisarts dat in deze tuchtzaak aan de orde is. In dit arrest is de verklaring/aangifte van klaagster als betrouwbaar aangemerkt en gebruikt als bewijs. Daarbij concludeert het Centraal Tuchtcollege dat de verklaringen van klaagster volledig, voldoende accuraat en consistent zijn en steun vinden in het medisch dossier. Het Centraal Tuchtcollege heeft ook kennis genomen van het feit dat de huisarts door het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch is veroordeeld voor vergelijkbare handelingen bij drie andere patiënten en dat volgens het Gerechtshof sprake is van een ‘modus operandi’ die steun biedt aan de verklaringen van betrokkenen.

Het verwijt van klaagster dan de huisarts tijdens de schorsing handelingen bij klaagster heeft verricht kan niet worden vastgesteld. Het beroep tegen dit klachtonderdeel wordt verworpen.

Opgelegde maatregel

Het Centraal Tuchtcollege legt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op. Daarbij wordt meegewogen dat de kans op herhaling groot is en de huisarts van zelfreflectie of lerend vermogen geen blijk heeft gegeven.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en staat tijdelijk op deze website.