BIG-registratie internist doorgehaald vanwege seksueel wangedrag bij twee jonge patiëntes en arts-assistente

Het Regionaal Tuchtcollege in Amsterdam (RTG) heeft de inschrijving van een internist in het BIG-register doorgehaald, omdat hij zich in 2021 seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen tegenover twee jonge vrouwelijke patiënten en een vrouwelijke arts-assistent in opleiding tot specialist. De internist was tot eind 2021 werkzaam in het Maasstadziekenhuis in Rotterdam. In hoger beroep was aan de internist in 2023 al een maatregel opgelegd voor vergelijkbaar seksueel grensoverschrijdend gedrag bij drie vrouwelijke co-assistenten, eveneens in 2021.

Wat is er gebeurd?

De internist heeft tijdens verschillende consulten bij twee jonge vrouwelijke patiënten zonder medische noodzaak onderzoekshandelingen verricht, waarbij hij hun borsten en schaamlippen heeft aangeraakt. Ook heeft hij tijdens het één-op-één onderwijs aan een arts-assistent haar schaamlippen aangeraakt. Dit handelen heeft een ingrijpend effect gehad op de drie jonge vrouwen.

Klachten van IGJ en patiënt

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft een klacht ingediend en verwijt de internist seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover twee patiënten en de arts-assistent in opleiding. Eén van de twee patiënten heeft ook zelf een tuchtklacht ingediend over seksueel grensoverschrijdend handelen van de internist.

Verweer

De internist ontkent dat hij zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen ten opzichte van de twee vrouwelijke patiënten en stelt zich op het standpunt dat hij bij hen alleen medisch noodzakelijke handelingen heeft verricht. Daarnaast verklaart hij dat het bij het onderwijs aan de arts-assistent in opleiding ging om lichamelijk onderzoek (echo van de liesvaten), met instemming van de arts-assistent. Hij ontkent dat het hierbij ging om seksueel grensoverschrijdend handelen.

Beoordeling door het college

Aan deze internist is in 2023 de maatregel van schorsing voor de duur van één jaar opgelegd door het Centraal Tuchtcollege (CTG) naar aanleiding van een gegronde klacht over seksueel grensoverschrijdend handelen bij drie vrouwelijke co-assistenten. Het CTG heeft daarbij overwogen dat het om een eenmalige gebeurtenis ging.  

Het blijkt nu om meer gevallen te gaan: bij één van de patiënten zelfs op dezelfde dag als de gebeurtenissen bij de co-assistenten. Het college is van oordeel dat de klachten van de IGJ en van de patiënt gegrond zijn, omdat de verklaringen van de twee patiënten en de arts-assistent geloofwaardig zijn en overeenkomen op essentiële punten. Zij komen ook op essentiële punten overeen met de seksueel grensoverschrijdende gedragingen in de zaak van de co-assistenten in 2023.

Het college acht het seksueel grensoverschrijdende gedrag van de internist tegenover twee jonge vrouwelijke patiënten die afhankelijk van hem waren en tegenover een arts-assistent in opleiding die in een hiërarchische relatie tot hem stond, stuitend en onaanvaardbaar. De internist heeft, ook tijdens de zitting, niet het inzicht getoond dat zijn gedragingen volstrekt onaanvaardbaar zijn.

Opgelegde maatregel

Het RTG acht in beide klachten de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register passend en geboden. De internist heeft het vertrouwen van de twee patiënten en de arts-assistent misbruikt en ernstig beschaamd. Ook in algemene zin heeft hij het vertrouwen dat patiënten in artsen moeten kunnen hebben ernstig beschaamd en daarmee schade toegebracht aan de beroepsgroep.

De volledige uitspraak wordt gepubliceerd op tuchtrecht.overheid.nl en staat tijdelijk op deze website.