Hoe ziet de procedure van het centraal tuchtcollege er uit?

De secretaris van het centraal tuchtcollege beoordeelt of het beroepschrift voldoet aan de eisen.

Is dat niet het geval of zijn er andere vragen gerezen over de ontvankelijkheid, dan verwijst de secretaris de zaak naar de raadkamer van het centraal tuchtcollege. Bij deze behandeling in raadkamer zijn de partijen niet aanwezig. Het college beoordeelt de klacht dan op basis van de ingediende stukken. Het centraal tuchtcollege kan de indiener van het beroep in raadkamer niet-ontvankelijk verklaren in het beroep.

Als het beroepschrift voldoet aan de eisen en er verder geen vragen zijn over de ontvankelijkheid, dan stuurt de secretaris het beroepschrift naar de andere partij. Deze mag hiertegen verweer in beroep voeren.   

Daarna verwijst de secretaris de zaak naar een openbare zitting.

Als de zaak naar een openbare zitting wordt verwezen, dan nodigt de secretaris partijen daarvoor uit. Dit gebeurt tenminste drie weken van te voren.

Tijdens de openbare zitting krijgen partijen de gelegenheid om hun verhaal te doen. Ook kan het college vragen stellen. De secretaris maakt aantekeningen van de zitting.

De uitspraak van het centraal tuchtcollege volgt uiterlijk twee maanden na de zitting.

De procedure bij het centraal tuchtcollege is wettelijk geregeld in de artikelen 73 tot en met 75 Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) en de artikelen 19 tot en met 22 Tuchtrechtbesluit BIG.