Welke maatregelen kan een tuchtcollege opleggen?

Als het tuchtcollege oordeelt dat de zorgverlener niet zorgvuldig heeft gehandeld, verklaart het tuchtcollege de klacht gegrond en kan het de aangeklaagde zorgverlener de volgende maatregelen opleggen:

  • waarschuwing;
  • berisping;
  • geldboete (maximaal € 4500,-);
  • (voorwaardelijke) schorsing van de inschrijving van de zorgverlener in het BIG-register(maximaal één jaar);*
  • gedeeltelijke ontzegging het beroep uit te oefenen;*
  • doorhaling van de inschrijving van de zorgverlener in het BIG-register.*

De lichtste maatregel die het tuchtcollege kan opleggen is de waarschuwing. De maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register is de zwaarst mogelijk op te leggen maatregel.

Alle opgelegde maatregelen van berisping en hoger worden openbaar gemaakt.

Zie voor de tuchtmaatregelen: artikel 48 lid 1 Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg).

De maatregelen met een * kunnen niet worden opgelegd aan physican assistants en klinisch technologen, omdat zij op grond van artikel 36a Wet BIG slechts beperkt onder het tuchtrecht vallen.

Als het tuchtcollege vindt dat de zorgverlener niet onzorgvuldig heeft gehandeld, wijst het de klacht af. In dat geval legt het college geen maatregel op.